United States or China ? Vote for the TOP Country of the Week !


En zie wat er op de lei staat. Bezoer!" Bus zag wat er op de lei stond: "Daadelijk die briev in je naamgenoot bezorgen ouwe slaaprok." k'Hem! Bus vond den brief bij de lei liggen. Aan 't adres van mijnheer Debecque.

Tik. Tik. Tik. Tik... Was 't al zóó laat? Precies. De klok ging precies. Buiten speelde 't net. Nou gauw uitkleeden. Zoo. Nou de nachtpon. Nou d'r haar. Nou kon ze weer lezen. Terwijl zij het haar kamde, las ze door, hield op met kammen en verslond de regels. De kam lei naast het boek... Het was om den heelen nacht op te blijven...

Pallieter reed maar altijd door, zacht wiegend als meegedragen door den wind. Zoo kwam hij tegen Duffel. Het was al donker, en er brandden lichtjes in de eenzame huizekens. De zilveren maan lei schaduwen op de sneeuw. Verre geluiden stierven. Aan een vastgevrozen schip hield Pallieter stil, trok zich er op, en bleef van op het dek naar den avond zitten zien.

Ze lei hare magere handen op hare knieën, wachtte. Juffrouw Henriëtte sprak geen woord. En dan? .... En dan? .... En dan? Ze kreet het uit, sprong plotseling recht, ging 't uit hare keel rukken onder Henriëtte's aangezicht: Prij! Prij! ik zal 't u vertellen! Henriëtte keek verschrikt, ging leunen tegen den muur, zag ineens Lucia's woede uitschokken in een akeligen lach.

Beiden gingen nu aan land en Marti maakte met een dunne rottan het bootje aan een overhangenden tak vast, doch zóó, dat de djaloer gelegenheid had, met het water te rijzen of te dalen, zonder te worden omvergetrokken. Kees haalde de trommels op den wal en keek zijn geweer eens na; Marti lei vuur aan en ging in een pannetje rijst koken.

De kat zat te spinnen 'n hoek van 't tafelblad zwom in licht. Stroef keek-ie 't raam uit, meetellend of ze gelijk had. Zij, op, wit van vermoeidheid, lei achteruit in den stoel, de oogen gesloten. 'n Poos zaten ze zwijgend, plofte de koffiekan 'r schokjes, knerste 't zwiepend gepiep van de plank waarover de steendragers liepen. Toen vroeg ze of-ie verder wou lezen. "Nee nou niet", zei hij stug.

Eerst ging het nog heel onhandig: ze hing allerlei kleeren op elkaar, stootte een' stoelpoot haast door 't behang, ze lei haar nachtzak in een' hoek op 't bed, en bij alles, wat ze deed, liep ze in haar ijver het vrouwtje bijna onderste boven. Maar dat was alles minder: het vrouwtje werd er heelemaal niet boos of ongeduldig om.

Toen evenwel Cyprianus twee of drie dagen later den ouden diamantslijper een bezoek wilde brengen, vond hij de deur gesloten. Op de lei, die aan den klopper vastgehecht was, las hij de woorden, die kort geleden met krijt daarop geschreven waren: "Afwezig voor zaken."

Hij had z'n enkel verzwikt, lei languit op den beganen grond van 't kerkhof. "God zij gedankt," zei Pieter Zwaluw, aanzienlijk opgelucht: "'r liggen 'r hier in minder goede conditie," en met 'n opgeruimdheid die 'm de pijn bijna deed vergeten, floot-ie omhoog om zijn vrouw en Amélie te waarschuwen dat-ie behouden gearriveerd was. Ze hoorden 'm niet. "Vrouw!

De halve pan dee ik vol olie en lei er het magere ding in. Het duurde een kwartier eer de boel aan de kook was. Nog een kwartier stond ik er geduldig bij. Het leek naar niets. De visch bolde niet, werd ook niet bruin. Bedaard lag-ie te dutten, te pruttelen en te stoven. Geen quaestie van bruin-worden. "Je mot geduld hebben," zei Lou.