United States or Jordan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Als mijn vrouw 's avonds laat de kamer voorbijgaat, waarin het dier geborgen is, wordt zij steeds door een klagend gepiep aangezocht om het iets te eten te geven; als ik er langs kom, houdt het dier zich stil, omdat het wel weet, dat ik op dit late uur niets geven zal. Het kan dus vier personen goed van elkander onderscheiden.

Rozeke was opgestaan en had opnieuw de glaasjes gevuld om hen maar zoo spoedig mogelijk te verzadigen en dan kwijt te raken; en zij was weer bij haar naaiwerktafel aan 't raampje gaan zitten, toen plotseling, in de laatste, aandachtvolle stilte van het nog eens over-tellen, achter den haard een kort en fijn gepiep opsteeg, dat als 't ware uit den grond scheen te komen.

"De kaars is uitgewaaid," sprak ze, half-grienend de welgekende donkerte der kamer doorstappend, en in 'r zenuw-verstrooidheid bestreek ze de heup-plek waar 't doosje lucifers zat, als ze gekleed was. Kobus luisterde niet. Voorzichtig, zonder gepiep of gesteun, had-ie 't raam opgeschoven, 't bovenlijf over de goot gebogen. "Nou?" , vroeg ze.

Op-éens spande zich met een gepiep de ijzerdraad van de voordeurschel en de klepel klepte, met een gebibber van de ijzerdraad en; de schel klonk luid langs de witte muren met twee, telkens zachtere herhalingen. Jozef zag niet op; alleen knipte hij even snel met zijn oogen.

Het is een schril gepiep, altijd weer herhaald, en dikwijls beantwoord door andere zwakkere tonen. Hoe het wordt voortgebracht is nog niet vastgesteld; maar waarschijnlijk gebeurt het, doordat vleugels of pooten sterk tegen elkaar gewreven worden, ongeveer zooals bij de sprinkhanen en krekels. Het schrille, sterke geluid komt van de oude koningin, en wat zij er mee meent is duidelijk.

Mijn Heer zei, gij zoudt wel spoedig gaan slapen. Maar Anka is ook niet dom! Zij heeft mij tersluiks dit fleschje meegegeven. Hij haalde het fleschje uit zijn zak. Er was olie genoeg in, en hij gaf het mij. Dat is niet enkel gierigheid, zeide ik. Onze gastheer Wil ons in 't donker laten zitten; dan is men hulpeloos. Een angstig gepiep en gesjilp deed mij naar de musschen kijken.

De kat zat te spinnen 'n hoek van 't tafelblad zwom in licht. Stroef keek-ie 't raam uit, meetellend of ze gelijk had. Zij, op, wit van vermoeidheid, lei achteruit in den stoel, de oogen gesloten. 'n Poos zaten ze zwijgend, plofte de koffiekan 'r schokjes, knerste 't zwiepend gepiep van de plank waarover de steendragers liepen. Toen vroeg ze of-ie verder wou lezen. "Nee nou niet", zei hij stug.

Om er nu eens achter te komen hoe dat toch gaat, had ik een list bedacht. Nauwelijks kwamen de visschers in 't zicht en klonk hun gretig gepiep hun al flauw vooruit over het meer, of ik pagaaide haastig van wal af en liet een stuk of zes zwartvisschen in het ondiepe water los.

En nu begon het eentonig gepiep van den krekel, dien geen menschelijk vernuft kan doen verstommen. Bij dit alles kwam nog het spookachtig getik van een houtworm in het beschot bij het hoofdeinde van Toms bed, dat hem deed sidderen. Immers, het beteekende dat iemands dagen waren geteld.

Beider loktoon is een helder, kort afgebroken gefluit; als uitdrukking van teederheid dient de zachte klank "bak bak"; het stamelen van de jongen is een fijn gepiep; gedurende den paartijd beschikt de haan over een rijkdom van tonen, die men van den overigens zoo stillen Vogel niet verwacht zou hebben.