Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 mei 2025
Op liefkoozingen was zij zeer gesteld; als men haar krauwde, kromde zij den rug, boog den kop ter zijde, alsof zij de hand, die haar zulk een aangename gewaarwording verschafte, te zien wilde krijgen en liet intusschen een onbeschrijfelijk gepiep of geknor hooren, dat de uitdrukking was van een hoogst prettige stemming.
Toen hij zijn bril weder had opgezet, wendde hij zich weder naar den lessenaar, die, zoodra zijn elboog er tegen stootte, een coquet gepiep liet hooren, en de verhandeling met al haar figuren op den grond deed belanden, verfrommeld en verspreid.
Haar stem is een fijn gesjilp, dat wel eenige overeenkomst vertoont met het gepiep van Muizen en voortdurend, schijnbaar zonder eenige aanleiding, wordt voortgebracht.
De blaren stormen driftigjes. Schaduwen en groen én zilverloovertjes. Een kat sluipt aan over de schutting. Stap voor stap. Fluweelen, zachte tredjes. Nu rekt ze zich uit, inbuigend het rugje plompt neer van de schutting, verdwijnt in het groen. Monter klinkt het gepiep van de kuikens. De zon schijnt heet, uitmergelend den grond. Het is warm en de wind blaast in de blaren. Een witte vlinder.
De stem van dit dier bestaat uit een knorrend geluid, waaraan het waarschijnlijk den naam Biggetje te danken heeft, en uit een eigenaardig gemurmel en gepiep. Het murmelen geeft, naar het schijnt, een tevreden gemoedsstemming te kennen, het piepen verraadt steeds opgewondenheid.
Al deze berichten stemmen in dit opzicht overeen, dat men hier en daar, nu en dan Huismuizen heeft opgemerkt, die het gepiep en gekwetter, dat haar van nature eigen is, wijzigen tot geluiden, die aan het gezang van Vogels herinneren.
't Was een wrijving, welke een metaalklank veroorzaakte, alsof nagels en tanden tegen het koperdraad krasten. Dit ging gepaard met een scherp gepiep. Het vijfjarig knaapje hoorde dat geraas boven zijn hoofd, en, van angst verstijfd, stiet hij zijn oudste broertje met den elleboog, maar deze sliep reeds, zooals Gavroche hem bevolen had.
Aan de eene zijde vloot de rivier binnen hare modderige oevers, waar het gekwaak der padden en kikvorschen en het schrille gepiep der sprinkhanen zich lieten hooren. Op de watervlakte dobberden eenige visschersschuiten, die midden op stroom ten anker lagen, terwijl er ook op het droge gehaald waren.
Het gezang van de maaiers, het geblaf van de honden bij het voorbijtrekken van karavanen, het hinniken der paarden, het gepiep der duizenden krekels: al deze stemmen en geluiden bezielen en verlevendigen het open veld en vormen eene scherpe tegenstelling met de stilte, die thans in de steden heerscht.
Den geheelen dag was hij ter prooi aan waanzin; hij ging en kwam, schorre kreten slakende, zich in de vuisten bijtende, gereed zich de aderen te openen om het bloed er uit te drinken. "Ach!" riep hij uit, "land van dorst! gij moogt wel land van wanhoop genoemd worden!" Daarna verviel hij in eene groote zwakte, men hoorde slechts het gepiep zijner ademhaling tusschen zijne dorstige lippen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek