United States or Liechtenstein ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het piepen van scharnieren deed mij ontwaken en de deur van onzen wagen werd geopend; maar daar ik mij verbeeldde dat het mijn vader was, die ons kwam zeggen dat het tijd was om op te staan, sloot ik de oogen om hem niet te zien. 't Is uw broer, zeide Mattia, die ons bevrijden kwam, hij is al weg ook. Wij stonden op; Mattia vroeg mij niet of ik goed geslapen had en ook ik vroeg hem niets.

Zij hebben een trippelenden en snellen gang; een mensch kan ze echter gemakkelijk inhalen. Het water mijden zij met een zekeren schroom; als men ze in een niet te kleine plas of in een riviertje werpt, piepen en knorren zij zeer wrevelig en trachten ten spoedigste weer op 't droge te komen. Gewoonlijk verraden zij zelf haar aanwezigheid.

Hij blijft zitten, hoe hard men ook tegen den oever klopt; zelfs wanneer men de gang begint te verwijden, verlaat hij zijn nest niet; dit geschiedt eerst, als men hem na op het lijf komt." Zij zijn zeer hulpbehoevend, maken dikwijls een trillende beweging met den kop, sperren soms den bek wijd open, piepen zacht, als zij hongerig zijn of voedsel krijgen en kruipen als Wormen door elkander heen.

De lucht weerklinkt van vuurwerkgeknal en van muziek. 't Is overal opgewektheid en pretlust. Allerlei ingemaakte vruchten van 't land worden door de dalaga in glazen schaaltjes op een tafeltje gerangschikt, waarop ze een geborduurd wit laken gespreid heeft. In 't patio de binnenhof piepen kuikens, kakelen kippen, knorren varkens, die alle opgeschrikt zijn door 't vreugdebetoon der menschen.

Deze sprong overeind, slikte haast den frank in, dien hij zat af te zuigen om glad schoon te krijgen. Passez, beval de aztekkop van mevrouw Morganès met een stem die uit een bock-buis scheen op te piepen, passez un cendrier

Heur gewonde handen trokken de vunzende vendels vaneen, tot ze onmachtig was nog iets te doen. Ze kreet een laatsten asem uit, geweldig om hulp en dan zakte zij door hare beenen en viel op den grond en lag er nog wat zoetjes te kermen en te piepen en haar droog uitgemergeld lijf en heur kleeren, 't brandde daar stillekens uit lijk een wassen keersken.

Toen zag Odo naar den hoek waar André zat en op denzelfden stond sprong het los in hem als eene uitzinnige woede: hij sloeg met de vuist op tafel dat de glazen rinkelden en 't dreunde met zijn felste stem: Ezels zijt ge allemaal, vervaarde strooventen, zeekers van ver! ze slaan ons dood langs den weg; maar we zullen zien wie er den boer van den Doorn durft aanpakken! Wie er zal piepen?

De nacht rolt middlerwijl haar sluier over de aarde, Sluit d' afgeronnen dag, die zoo veel wondren baarde, En levert aan den slaap wat bloed of adem heeft. Het schrikgedierte-alleen dat in het duister zweeft Gaat om, en snort door 't woud met piepen, krassen, knappen, En schijnt het naadrend licht met angst te moet' te stappen, Of rouw te spellen aan het menschdom.

Nu zegt het spreekwoord: Als de ouden zongen, Zoo piepen de jongen, en dat spreekwoord was ook hier bewaarheid geworden.

De kat uit het groen sluipt zachtjes, pootje voor pootje, het lichaam bijna sleepend over den grond. Maar de musch vliegt weg. De kat ligt lui in 't zand, de vier pooten gestrekt. De musch tjilpt in de boomen. De kuikens piepen. De blaren dansen in 't licht. Wit als een rozeblaadje, fladderend op den wind dommelt de vlinder gratievol van de eene pluim naar de ander.