Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juli 2025
Dat stoeltje was aan zeker kraken en piepen onderhevig, en terwijl zij zacht heen en weder wiegde, maakte haar zetel een geluid, als van elken anderen stoel onuitstaanbaar zou zijn geweest, maar de oude Simeon Halliday beweerde dikwijls, dat het zoo goed als muziek voor hem was, en de kinderen zeiden dat zij voor niets op de wereld het piepen van moeders stoel zouden willen missen. En waarom dat?
Terstond riep de eigenaar, wie daar was; maar Aboo, onze bediende vluchtte weg, zonder te antwoorden. Wij hoorden den Arabier vloeken, en toen hij het arme hondje zag, nam hij het op en wierp het naar buiten in de woestijn. We konden het stumpertje hooren piepen en klagen, en mijn man ging erheen en zag het liggen op een vuilnishoop.
Ook de eenvormige klein-geruchten, 't piepen van de sneeuw onder haren schoen, 't geruisch van hare rokken en een kleine wrijving van haar pelsenkrage, saam met haar blazenden asem, joeg ten uiterste haar lastig ongeduld. Bij 't inslaan van een nauwe stege, werd ze gewaar dat ze de baan te buiten waren en misliepen.
Het duurde niet lang, of de jongen begonnen van honger luid te piepen en kort daarna had hij het onuitsprekelijke genoegen, de oude vogels naar het nest te zien vliegen en hen de jongen te zien voederen. "Nu is de zaak geheel in orde!" riep hij juichend uit, ijlde naar den jongen graaf en bragt dezen het welkome berigt.
De liederen leven er, gelijk buiten in veld en bosch, en evenals daar piepen de jongen naar 't zingen der ouden. Wat kon Vader mooi zingen! En met welk een liefde en toewijding zong hij! Dan kon hij zoo'n uur achter elkaar heen en weer loopen, geen jas aan, de handen op den rug, van de huiskamer door de gang en omgekeerd, en aldoor maar zingen.
Ik eisch niet van u, dat gy my kennis zult geven van alle beuzelpraat, die zy u komen aan 't oor piepen; maar ik verwagt van u, indien gy aangezogt wordt door iemand, die gy genoeg in aanmerking neemt, om hem nader te willen leren kennen, dat gy my dit zult melden.
Zelden had hij eetlust, en gansche dagen, zonder iets uit te voeren, voelde hij zich zwak en moe als na langdurigen, afmattenden arbeid. Toen zat hij stil te hijgen en in dat hijgen hoorde men voortdurend iets heesch en fijn piepen, alsof er in zijn binnenste een klein, benauwd beestje gevangen zat, dat vruchtelooze pogingen aanwendde om te ontsnappen.
't Wuerd hoe langer hoe duusterder. Hoe komp dat nou? vrueg ik. »Och, zee de man, eerst löp de gas nao do groote lue en dan blif ter veur de achterstraote niet genog in de piepen." Endelik huelden wij stille veur de deure van een klein huusien. »Daor is 't" zee de man en ik gaf hum, hij zag der nog al kommerliek oet, drie stuver en wenschte hum het beste.
Beangste Hoenderen gillen "riepriepriepriep" of brengen een als "tert" klinkend, ratelend geluid voort. De jongen piepen als tamme kuikens en roepen later: "truupekier tuup." Een prettige gemoedsstemming wordt door een dof "koerroek" aangeduid, het waarschuwend sein is een zacht "koerr".
Langzamerhand werden de harmonieën zwakker, al naar het leger verder oprukte. De muziek klonk nog slechts als een stormwind, die om een hoek huilt, verliep in een wegstervend piepen, als van een orgel dat zijn voorradige lucht uitlaat. Wij lieten het helden-leger nu zijn gang gaan en haalden onze Dschibuks te voorschijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek