Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 oktober 2025
"Maar in de geheele Christenheid, en ook bij ons zooveel ik weet, is een echtscheiding geoorloofd." antwoordde. Oblonsky en staarde opmerkzaam in het geheimzinnig en donker gelaat van zijn zwager. "Ook onze kerk laat een echtscheiding toe." "Zij laat ze toe, maar niet in dit geval." "Alexei Alexandrowitsch, ik herken je niet," zeide Oblonsky na een oogenblik zwijgens.
Hij moest mij eens goed aankijken en mij dan zeggen, of hij zich niet herinnert mij reeds vroeger gezien te hebben." De Beer wierp een uitvorschenden blik op hem, en antwoordde toen: "Mijn blanke broeder draagt nu een langeren baard dan vroeger; maar ik herken hem toch." "Welnu, wie ben ik dan?" "Een van de twee bleekgezichten, die hierboven den geheelen winter doorgebracht hebben.
Het is mijn vriend, antwoordde Uilenspiegel. In mijn gezelschap zoekt hij zijn wettige vrouw. Nu herken ik u, zeide Nele tot Lamme; gij hebt gewoond in de Reigerstraat. Gij zoekt uwe vrouw; ik heb ze gezien te Brugge, alwaar zij godvruchtig en devotelijk leeft.
"Ha!" zei Jean Valjean, "zijt gij 't? ja, nu herken ik u." "'t Is wel gelukkig," zei de oude man op verwijtenden toon. "En wat doet ge hier?" hernam Jean Valjean. "Wel, ik dek mijn meloenen." De oude Fauchelevent had werkelijk, toen Jean Valjean hem aansprak, het eind van een stroomat in de hand, welke hij bezig was over het meloenbed te spreiden.
»Aan deze woorden herken ik de gade van Cyrus," riep Cresus, het kleed der blinde kussende. »Ik zeg u, Cassandane, dat men u noodig zal hebben; wie weet hoe spoedig! Cambyzes is gelijk aan het harde staal, dat vonken wekt waar het treft. Uw plicht is het te maken, dat deze vonken geen brand stichten binnen den kring van hen, die uw hart het dierbaarste zijn.
Eene wijl daarna keerde hij weder met eenen man, die wel in blauw linnen gekleed was, doch geenen baard droeg. Zoohaast Landfried zich weder had verwijderd, zeide Disdir Vos: "Gij zijt Lambrecht Ploegijzer, een vrijlaat van Bethferkerke, niet waar? Ik herken u. Zijt gij niet eens met mher Burchard Knap en met mij ter jacht geweest in het Merleijtebosch, bij Bekeghem?"
Op een morgen, toen Gorgo in zijn gewone dofheid verzonken zat, hoorde hij, hoe iemand hem riep beneden op den grond. Hij was zoo soezig, dat hij nauwelijks in staat was zijn oogen naar beneden te richten. "Wie roept me daar?" vroeg hij. "Maar Gorgo, herken je me niet? Ik ben Duimelot, die met de wilde ganzen rondvloog."
Nauwelijks viel het schijnsel der vlam op zijn gezicht, of de jonge Fred gaf een luiden gil, sprong op hem aan, bukte zich over hem heen, bekeek hem alsof hij hem met zijn oogen verslinden wilde, en riep toen, het woord tot Tante Droll richtende: "Hij is het, hij is het, de moordenaar! Ik herken hem. Wij hebben hem!" Droll kwam als geëlectriseerd aansnellen, en vroeg: "Vergist gij u niet?
Onder z'n sleepjas uit groef ie toen 'n houten pijpje, hield 't stijf vast in bei z'n handen, en liet daar eerst behoedzaam 't donkerbruine kopje uitkijken. Herken je 'm nou?" Jawel, da's een ouwe pijp van mij ..."
Brittles gehoorzaamde; de groep, angstig over elkaars schouders glurend, zag geen ander verschrikkelijk ding dan den armen Oliver Twist, sprakeloos en uitgeput, die met moeite zijn oogen opsloeg en zonder woorden hun medelijden inriep. »Een jongen!« riep Mr. Giles en duwde dapper den ketellapper naar den achtergrond. »Wat mankeert die Hè? Kijk, Brittles, zie je, herken je 'm niet?«
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek