Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Toen begon de kolendrager te bidden... Goeje God... Hoe is dat nou mogelijk, dat 'k dood mot gaan... 'k Ben niet voor me plezier in de Harem gekomme... Laat nou die Sultan z'n mes opsteke... Hij heit 't zoo goed met z'n bloote voete op goud en op marmer... Zoo goed in dat elektrieke licht... zoo goed... Nee, tel niet zoo gauw!

"Hij heit 'r an betaald bij mijn en bij jouw gezond", slijmde Suikerpeer's stem. "Neèm je gelijk! Neèm je gelijk! Nòg!" zei Dovid met raspen van verveling. "Jij praat over dinge die je nie-wéet", slijmde de ander weer, koppig, geluid van ontstoken keel. "Nòg, lek me de m

"En wie zendt dat lekkers, jij deugniet?", vroeg hij gelukkig, blij met de vrindschap van 't kind. "Tante die zendt 't", zei ze en bluffend: "O, we hebbe zoo 'n bóél!" "Wel, wel, wel", sprak hij verbaasd om 't wonder: "Heit vader geld thuis gebracht?" "Vader nee, vader die slaapt nog die is zoo geslage weet u dat oome?

Hij vooral! Weet je: als ie genoeg heit, lust ie niet meer, als ie niks krijgt en... Kijk! als je van den duvel spreekt, dan staat ie om ’n hoekie; daar komt ie waarentig de gang in.

"Wat?" zeide Teun Wezer: "Klaas Meinertz! die ijzegrim, die femelaar, die den geheelen dag bidt en psalmen balkt, en mij al meer dan eens noâr de diepste diepte van de hel ewenscht heit, zal die mij twee kronen geven?.... Stichtelijke vloeken naar mijn kop, alsof ik...." "Hij zal u twee kronen geven, als ik zeg," hernam Ludwig, droogjes. "Nou! ik zal 't bezorgen," zeide Teun, grinnekende.

"Ik Meneer!" antwoordde zij, bevende: "ach God! ik ben een arme weduwvrouw en leef hier eenzaam en alleenig, sinds men zeun mij verlaten heit: zou ik hier iemand in huis 'ehad hebben?" "Wij zullen deze trap op moeten," zeide, zonder zich aan haar taal te bekreunen, mijn vader, die mij al dien tijd in 't oog gehouden had en bespeurd, dat ik bij 't binnenkomen een blik naar dien hoek had geslagen.

De maond is uut: we zien de tweede al een weik ien, en ik zeg: als het Trineke verveelt heit de jongen het slecht."

"Wat ik woû? herhaalde de waard, zijn zwaarlijvige gedaante tusschen ons beiden instellende: "ik woû, dat je dut heerschap daar met vrede liet. De man heit jou ommers geen stroobreedte in den weg 'eleid! Ga zitten en drink je zoopje: je ziet ommers dat het je portuur niet is."

Wat zel ie blij wezen as ie hem weerom heit." En zij stak de hand uit om dien terug te nemen. "Hei! hei wat! dat gaat zoo niet," zeide Heynsz, terwijl hij den gesp nader beschouwde: "dat is geen versiersel voor een boerenknaap. Wat zegt Uw Ed.-Gestr. er van?" "Het is als gij zegt," zeide mijn vader: "de boerenknapen zijn meer op plomper fatsoen gesteld.

"Nou, dat 's waar ook," zeide hij: "maar anders!... Ik heb de eer niet, van Meneer parteklier te kennen, en ik weet niet, of Meneer verstand van paarden heit; want anders ben je nog niet sekuur al heb je ze gezien: dat heit die makelaar ondervonden, die laatst bij ons was, daar Blaek die ouwe knol van hem an verkocht heit." "Ja!" zeide Weinstübe, grinnikende: "dien heeft hij oud peet kehad."

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek