Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
Wat zel ie blij wezen as ie hem weerom heit." En zij stak de hand uit om dien terug te nemen. "Hei! hei wat! dat gaat zoo niet," zeide Heynsz, terwijl hij den gesp nader beschouwde: "dat is geen versiersel voor een boerenknaap. Wat zegt Uw Ed.-Gestr. er van?" "Het is als gij zegt," zeide mijn vader: "de boerenknapen zijn meer op plomper fatsoen gesteld.
Ik zal Z.-Ed.-Gestr. voorbereiden op eene voorzichtige wijze en het voorstellen bij provisie als een zaak, waar UEd. slechts in gemoeid zijt of waarbij het onzeker is of UEd. als getuige of als geculpeerde zult paraisseeren. Ik zal wel geven een goede kleur aan de zaak: wees gerust." Helaas!
Ik ben een arme weduwvrouw en weet niets van 't geval af." "Je kunt toch niet ontkennen, dat die Heer Van Lintz, of zooals hij heeten mag, bij u gehuisvest heeft." "Wat zou het mij baten," hernam zij: "al wou ik het ontkennen? Uw Ed.-Gestr. gelooft mij toch niet. Maar al zei ik nou: ze binnen naar Amsterdam: dan zou Uw Ed.-Gestr. ommers toch denken dat ik je foppen wou."
Hij liet zich bij die gelegenheid ontvallen, dat UEd. het zeker waart, die den Heer Hoofdschout tegen hem had opgezet door de zaak te verdraaien. Daaruit nam ik aanleiding om UEd. te houden voor dengenen, die mijne voorspraak bij Z.-Ed.-Gestr. waart."
Ik aarzelde een oogenblik; doch de zucht om te toonen, dat geene vrees voor geldelijke schade mij verhinderde mijn recht te zoeken, en de hoop, dat alle eerlijke lieden mijne partij nemen, en mij daarom hunne klandizie niet ontzeggen zouden, deden mij besluiten, aan Z.-Ed.-Gestr. te antwoorden, dat ik mijn geld gaarne terug zou bekomen.
Gestr. gelast mij, zoo ik in handen krijge den Heer Van Lintz, hem te houden in custodie tot nader order, en alleen op te zenden de papieren, die bij hem gevonden worden." "Dat is een goed teeken voor den Heer Van Lintz," zeide ik: "het bewijst, dat men het in Den Haag nog niet eens is, of men hem houden wil."
Op dit oogenblik trad de dienstmaagd binnen en gaf mijn vader een briefje, hetwelk een onbekende gebracht had, met last om het onmiddellijk aan Z.-Ed.-Gestr. te overhandigen. Hij las het: zijn gelaat teekende verwondering; hij zag Amelia oplettend aan en zeide toen op halfluiden toon: "Hoe is het mogelijk, dat ik niet vroeger op dat denkbeeld gekomen ben? Zij is haars vaders evenbeeld.
Ik ben al meer dan eens bij den Onderschout over de zaak geweest; maar die wil er niets aan doen, en zegt, dat hij wel dagwerk zou kunnen krijgen van al de meisjes op te zoeken, die de Breeveertien op zijn." "Nu," zeide ik, "zoo de Onderschout u niet wil voorthelpen, waarom zijt gij dan niet tot mijn vader gegaan?" "Tot den Ed. Gestr. Heer Hoofdofficier!
Deze vlagofficier was de tweede in het bevel, en ik ging die papieren bij Z. H. Ed.Gestr. afgeven. De vlaggekapitein bracht ze in persoon bij hem binnen en het niet overhoffelijke antwoord aan mij terug, dat ik daar aan boord kon komen, als ik daartoe genegen was, en blijven totdat mijn eigen schip in het station teruggekeerd was.
Het gedicht, waarmede UEd. ons vereerd hebt, is slechts weinig betaald met zulk een bagatelletje." "Een bagatelletje, Ed.-Gestr. Heer!" riep Helding: "waarlijk! zoo UEd. honderd Zeeuwen een bagatelletje noemt! voor UEd. is 't mogelijk, maar voor mij waarachtig niet."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek