Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 oktober 2025
Met een zucht van verluchting en een dankbaar gemoed verlaat ook Jeanne den 27en Juni Gien, en de koning met zijn gevolg vertrekt twee dagen later. Even voor haar vertrek uit Gien had Jeanne nog een brief gedicteerd aan de bewoners van Tournai, die Karel VII als hunnen koning erkend hadden.
Ik 'n hè natuurlijk gien verstand van boeren, en 'k hè road en hulpe neudig. 'K hope da ge zilt willen doen lijk of 't veur ulder eigen woare." Vaprijsken kreeg een traantje van ontroering in zijn oog. "Ge meug gerust zijn, bezinne; over mij 'n zilt-e niet te kloagen hèn," zei hij met een stem die trilde. Smul, het hoofd somber gebogen, knikte zonder iets te zeggen.
Zij had er eensklaps een hekel aan dat hij nu nog meer dan volstrekt noodig was bij hen aan huis zou komen. "Vaprijs 'n hé gien verstand van peirden," zei Alfons kalm: "moar mij es 't goed: 'k wil d'r ikzelf wel noartoe goan, as ik moar 'n wete woar dat 't es." "'t Es bij boer Leyseele, te Vanneloare, de greutsten hynksteboer van vijf en twintig uur in 't ronde," antwoordde Dons.
Van Gien trekt men verder naar Fierbois. Te Fierbois bevond zich een beroemd heiligdom van één van de patronessen van Jeanne n.l. van de Heilige Cathérine, die in het bijzonder de Fransche krijgsgevangenen beschermde. Jeanne bezoekt de kapel en hoort te Fierbois eenige malen de Mis.
En mijnheer staat op en volgt hem naar het hok daar zij zich bevinden. "Kaik hier; der zijn der drie; twee kuitjes en ien bulletje; dat iene kuitje is van daag 'ekomme. Leelijk haar, niet waar meheer!" "Hij is al heel zwart." "Hielkendal, meheer! Maar weetje wat ik zeg? Je mot gien beest om zen haar verachten; ik denk dat 'et niet past, en dat je der gien zegen op hebbe kenne, zel ik mær zeggen.
Want, en dat was wel het aller-ergste, ook zij geloofde dat "den Binder" met den duivel omging en kon tooveren; en telkens, na zoo een of andere plaagscène met de straatjongens of de buren, overstelpte zij het ongelukkig ventje met de scherpste en de razendste verwijten. O! gien dwoazen, dwoazen loeder!" hoorden de buren haar dan woedend krijschen. "Gie stommerik! Gien ezel!
Zieneken grijpt hem bij den kraag, sleurt hem naar buiten, rukt hem 't mes uit de hand en schudt hem heftig heen en weer. Het is een kleine, rosblonde rakker met lichte oogen en het aangezicht vol gele sproeten. Hij hijgt en jaagt en zijn gezicht is opgeblazen en paarsrood van wilde inspanning. Es da nou gien schande, meniere!" krijscht Zieneken opgewonden.
Den 13en September breken de Franschen op: een klein garnizoen wordt achtergelaten te St. Denis. Den 21en komt de koning met Jeanne en zijn gevolg te Gien aan. Tegen haar zin wordt Jeanne medegevoerd. Zij blijft bij hare meening en komt daar openlijk voor uit, dat men had moeten doortasten en haar haar gang had moeten laten gaan, dan zou ook de hoofdstad zich over gegeven hebben.
De overkant van de Marne bereiken zij over de brug bij Sint Urbain, maar zij doorwaden de Aube bij Bar sur Aube, de Seine bij Bar sur Seine en de Yonne bij Auxerre en dat in Februari na een strengen winter, terwijl de rivieren nog breed en gezwollen zijn! Als zij eindelijk Gien bereiken, bevinden zij zich op gebied van den dauphin en is dus het voornaamste gevaar geweken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek