Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 juli 2025
"Maar kindje," zei ze, hare hand op Elsje's schouder leggend, "zit je hier nog zóó? Wel foei, dat is nu net om kou te vatten en ziek te worden! Kom, laat ik je maar eens gauw weer netjes maken. Dit is je japonnetje, he?" "Ja," zei Elsje, "maar ik durf toch niet weer naar binnen." "Niet weer naar binnen! Dat meen je niet! Je zult eens zien hoeveel plezier je nog zult hebben. Sta maar eens gauw op."
"Hé, vindt u freule?" "Pardon, 't is misschien een vriend?" "Foei Marie, je zegt ook maar alles!" "Ja 't is onverstandig. Ik denk wat al te dikwijls overluid. U neemt het niet kwalijk luitenant?" "O volstrekt niet! Om je de waarheid te zeggen freule, ik ben het volmaakt met je eens; de manier waarop die majoor straks het mooie vrouwtje courtiseerde 't was...." "A-bas!" zegt freule Marie.
"Ik verzeker u," zeide Reynhove, "dat, toen ik kennis maakte met Lodewijk, ik hem voor een bon compagnon aanzag, die wellicht zijn gebreken had, maar rond en voor de vuist was; maar hij is mij erg tegengevallen: en dan de manier, waarop hij over zijne cousine spreekt! foei! Apropos! is het een indiscretie, u te vragen, of gij vues op haar hebt?"
Ge moest niet terstond weder zonderling zijn. Ge zoudt dan zoo tevreden in uw leelijke straat l'Homme-Armé zijn! Ik, ik ben er wanhopig geweest. Wat hebt ge toch tegen mij? Gij veroorzaakt mij veel verdriet. Foei!" En eensklaps ernstig wordende, zag zij Jean Valjean strak in 't gezicht en voegde er bij: "Ge zijt dus boos op mij, omdat ik gelukkig ben?"
Agasija ging op de teenen de kamer uit; Stanja liet de rouleaux neder, joeg de vliegen weg van achter de mousselinen gordijnen van het bedje en evenzoo een groote bromvlieg, die tegen de vensterruiten stiet, en nadat zij met een berkentak over moeder en kind gezwaaid had, ging zij zitten. "Welk een hitte! Foei hoe warm! Als de hemel maar regen gaf!" zeide zij. "Ja ja!
Thomas echter heeft zich voorgesteld om de zaak geheel in 't reine te brengen. Wat moeder verzwijgen wil, kan hij niet verkroppen. "Ja dokter," valt hij uit: "'t is waar, juffrouw Armelo was ook heel vriendelijk en niemendal grootsch; maar...." "Dacht je dat ze grootsch was Thomas?" "Foei Thom, hoe kun je zoo raar spreken."
HERMIA. Wee mij, gij tooverkol, gij bloesemworm! Gij liefderoofster! wat! kwaamt gij bij nacht, Het hart mijns liefsten stelen? HELENA. Mooi, voorwaar! Hebt gij geen zedigheid, geen maagdeblos, Geen spoor van schroom? Is dit uw doel, dat gij Mijn teedren lippen schampre taal ontlokt? Foei! veinzend, huichlend, vinnig nufje, gij! HERMIA. Ben ik een nufje? Zoo! was dat uw spel?
Foei, Frits!" viel zij zich zelve op eens in de rede, »gij glimlacht! is dat nu mooi, als ik ernstig spreek?" »Wel!" zei hij nu luid lachende, »juist dáárom. U vat dit nu zoo ernstig op alsof het vlak voor ons lag, en 't is alles immers nog zóó in de verte."
Plotseling vroeg een landloopster met harde, scherpe stem: "Is zij dat niet, die vroeger gravin op Borg was?" "Ja, dat is ze." "Dat was toch heel wat anders, dan in 't bosch naar den gekken dominé te loopen zoeken. Wel foei wat een ruil!" De gravin stond op en nam afscheid. Zij had genoeg gerust. De vrouw, die gesproken had ging met haar mee tot buiten de deur.
«Wil je mij helpen om het vast te houden?» vroeg de boer en ging naar de kist toe, waarin zijn vrouw den werkelijken koster verborgen had, die daarin zat en zich doodelijk ongerust maakte. De boer deed het deksel eventjes open en keek in de kist. «Foei!» schreeuwde hij en deinsde terug. «Ja, nu heb ik hem gezien: hij zag er precies uit als onze koster. Dat was verschrikkelijk!»
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek