Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 3 juni 2025


"Voorzeker zou Maarten ook niet koud worden als hij eens den Oldenburgh als zijn toekomstig erfdeel kon beschouwen," hernam het meisje: "maar de bezielde persoontjes die in dat schoone kasteel wonen, zullen die heeren toch wel het meeste aantrekken, naar ik meen." "Foei Anne, hoe komt ge op zulke gedachten! Gij moest...."

"Welke meent gij?" vroeg Fantine. "De beide boven-voortanden," antwoordde de kiezentrekker. "Wel foei!" riep Fantine. "Twee gouden Napoleons," mompelde een oude vrouw zonder tanden. "Die meid is waarlijk gelukkig." Fantine liep heen en stopte haar ooren, om de schorre stem van den man niet te hooren, die haar nariep: "Bedenk u, lief kind! twee gouden Napoleons. Men kan ze gebruiken.

»Foei, Piet! Ge moest u zulke dingen niet eens in het hoofd halen! Roestink moet weten wat hij doet, maar.... als hij je niet beter wapent tegen de verleidingen van het bijgeloof, dan krijgen de Jezuïeten vat op u, dat houd ik voor zeker."

Neen, foei!.... Daarbij komt nog, dat het mij toeschijnt, dat die familie gelukkig is, en dat ik niets aan hun geluk zou kunnen toevoegen!.... Maar.... wij zullen nog wel met elkander praten, en al pratende, zal ik misschien wel iets ontdekken...."

PROTEUS. Verlaat ik mijne Julia, 'k ben meineedig; Bemin ik schoone Silvia, 'k ben meineedig; Verraad ik mijnen vriend, 'k ben zwaar meineedig; Dezelfde macht, die tot den eed mij dreef, Zet thans mij tot driedubb'len meineed aan. Min drong mij tot den eed, Min dringt tot meineed. O, Min, indien gij, zoet verlokkend, zondigt, Leer mij, verleide, ook, hoe ik dat ontschuldig. 'k Heb eerst een flikk'rend sterretje aangebeden, Thans kniel ik voor een hemelsch zonnelicht. Beraad mag onberaden eeden breken; Hij mist verstand, die moed mist, om 't verstand Te leeren, kwaad voor 't beet're te verruilen. Foei, goddelooze tong! H

Wees, zooals ge placht te zijn; Zie weer 't wezen, niet den schijn; Deze struik, Diana's roem, Fnuike alsnu Cupido's bloem! Ontwaak, Titania, mijn koningin! TITANIA. Mijn Oberon! Wat droombeeld nam mij in! Mij dunkt, dat ik een ezel heb bemind. OBERON. Daar ligt uw lief. TITANIA. Hoe kwam ik zoo ontzind? O foei, wat pijnigt dit gezicht mijn oog! OBERON. O stil nog! Puck, bevrijd hem van dien kop.

Ik heb in al dat slaan verdriet, En zal om ander speelgoed vragen. Maar is 't ook zo met Flipje niet? Ja; had ik nimmer slaag te vrezen, 'k Zou zelden in mijn boeken lezen, En dat geeft vader ook verdriet. Foei dat ik van een tol moet leeren, Met vlijt te werken zonder dwang. 'k Wil tot mijn straf, mijn levenlang Geen ander speelgoed gaan begeeren.

Laat het gerust aan mij over." »Geef u daarvoor geene moeite, Mina, heusch niet, want ik zal die toch niet aandoen; als ik niet komen mag zooals mij liefst is, moet ik mij excuseeren, dan blijf ik bij mijn vader." »Foei! wat zijt gij van ochtend onhandelbaar." »Ik mag vragen waarom gij mij van ochtend dan ook zoo kwelt?" »Wel, dat zal ik u zeggen.

En zij lichtte haar kleinen wijsvinger op, en zag hem met alle mogelijke coquetterie in de oogen. De heer Van der Hoogen had er, wed ik, zijn mooie handschoenen voor willen verbeuren, indien hij had kunnen blozen. Maar zijn blos was wie weet waar? "Al weer foei!" hernam hij, "dat is nu toch niet edelmoedig, juffrouw Henriette!"

Ik ben zoo zwak. Zij gevoelde zich in dit oogenblik integendeel vol van een overspannen, zenuwachtige kracht, die zij zingend wilde uiten, maar zij zeide, voor het gemak, steeds, dat ze zwak was, zoo men haar naar heure gezondheid vroeg. Wil u niets eten? Dokter Reijer zei.... begon Eline. De dame schudde het hoofd. Foei, juffrouw Vere, u mag me zoo niet voor den gek houden.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek