Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


..... „Ge ontvliedt mij!... Hoe ontzind Zijn leven te offeren aan den een’gen, dien men mint, En, weggestooten, nog ’t geluk te moeten derven Na zooveel liefde en smart met hem te mogen sterven.”

Een rotspunt tusschen bergen. ASIA en PANTHEA. Hier droeg 't geluid ons heen, naar het gebied Van Demogorgon, en de machtge poort, Gelijk van een vulkaan de meteoor- Aadmende spleet, waaruit de orakeldamp Opwervelt, dien de eenzamen in hun jeugd Rondzwervend drinken, en zij noemen hem Waarheid of deugd, bezieling, liefde of vreugd, Die levenswijn die als ontzind doet zijn, Wiens droesem zij tot diepe dronkenschap Gansch leedgen, en dan heffen zij de stem, Gelijk Maenaden luidkeels "Evoë!"

Wees, zooals ge placht te zijn; Zie weer 't wezen, niet den schijn; Deze struik, Diana's roem, Fnuike alsnu Cupido's bloem! Ontwaak, Titania, mijn koningin! TITANIA. Mijn Oberon! Wat droombeeld nam mij in! Mij dunkt, dat ik een ezel heb bemind. OBERON. Daar ligt uw lief. TITANIA. Hoe kwam ik zoo ontzind? O foei, wat pijnigt dit gezicht mijn oog! OBERON. O stil nog! Puck, bevrijd hem van dien kop.

Door ’t woud der pijnen kreunt en zucht de wind, En machtig wuiven de gepluimde toppen, En strooien rond de zware schilfer-knoppen, Die stuiven over ’t knerpend naalden-grint: En uit het hemel-groen dier ruige koppen, Die schudden: ja, en neen, van woede ontzind.... Daalt daar een lied op ’t bevend menschenkind, Dat van een grootsch ontzag de borst voelt kloppen: „De duizend, die zichzelf nooit wezen konden, Bezitten saâm éen waarheid, die hen bindt: Hún is ’t geloof, dat spreekt uit duizend monden;

Hij komt hij komt de Vorstgeest komt! op den âam van noordenwind, En het donkre noorsche pijnbosch boog, als 't langs hij ging ontzind, Met wilden vleugelslag kwam hij, waar 't vuur op Hekla gloeit, Op donkre lucht die boven is, en 't ijs met glans besproeit. J. G. Whittier. Toen Ymir, de eerste reus, levenloos op het ijs viel, door de goden verslagen, verdronk zijn kroost in zijn bloed.

Maar nooit, nooit boog onze sneeuwige kam, Als toen ze de stem van uw smart vernam. Nimmer tevoren droegen wij Naar de indische golven zulk een schrei. Een loods in slaap op het huilende diep Sprong op van het dek in wanhoop en riep Toen hij het hoorde: "o wee mij, wee!" En stierf ontzind als de wilde zee.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek