Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
In zijn bewegingen was hij langzaam, afgemeten en deftig; nooit versnelde hij zijn pas, zelfs dan niet, wanneer de straatjeugd hem het leven zuur maakte en „meheer kauwbeen!” riep. Met de grandezza van een Castiliaanschen Hidalgo en stoïcijnsch als een Spartaan vervolgde hij zijn weg, zonder zich om de verschillende epitheta, die men hem nariep, te bekommeren.
Van Bavik had gehoord en gevoeld, en was tot aan de notariswoning meegewandeld; en Flitz die in 't kantoor stond, had over 't horretje heen gezien, dat de heer van Vredelust den jongen burgemeester "ijselijk hartelijk" de hand schudde, en duidelijk verstaan dat hij hem "bespottelijk amiekaal" vaarwel zei, en hem, toen de schel reeds was overgegaan, nog nariep: "Mocht je soms in dien tijd te Amsterdam komen, we logeeren Heerengracht Nº. 260."
In een koffiehuis kwamen, drie of vier heeren, met horizontaal opgeheven pijpen in den mond, over het horretje kijken, en alles toonde ontzag voor de twee schimmels, het mooie rijtuig, den deftigen koetsier, en den zwarten lakei achterop, die met onbewegelijke plechtigheid zat rond te kijken en iedereen eerbied inboezemde, behalve den boven alle vooroordeelen verheven straatjongen, die hem nariep: "Mooie jongen, pas op, hoor! dat de zon je niet verbrandt!"
"Welke meent gij?" vroeg Fantine. "De beide boven-voortanden," antwoordde de kiezentrekker. "Wel foei!" riep Fantine. "Twee gouden Napoleons," mompelde een oude vrouw zonder tanden. "Die meid is waarlijk gelukkig." Fantine liep heen en stopte haar ooren, om de schorre stem van den man niet te hooren, die haar nariep: "Bedenk u, lief kind! twee gouden Napoleons. Men kan ze gebruiken.
Plotseling rees er een gedachte bij hem op, en met de woorden: "Wacht, ik zal eens zien...." liep hij de hut uit; en ofschoon Ritter hem nariep, die vreesde dat Geurt niet terug zou komen, vervolgde hij zijn weg tot nabij de hoeve, waar de kalkoenen opnieuw het gefluit van den jager beantwoordden maar kwam ook, geen twee minuten later, in een kleine roeiboot langzaam het stroompje afzakken.
Maar het licht vloekte in je hoofd, en dan verdooving gezocht in den landwijn.... hij van nature geen drinker, om het ellendige huilgevoel in je te smoren, hoe je niets zijt, niets in dat lichtoordeel.... Vaak midden op den dag aan den dwaal, onder den rechtstand der zon, om wel een zonnesteek te krijgen, wankelend tegen den brand in en dan met weêrhakerig plezier achter in je ooren hoorend, hoe het vadsende volk je uit de schaduwen nariep, en jongens die naakt in deur-inkijken lagen te zwijnen, achter je aan joolden:.... "Dronkaard.... Tonto.... Gek!"
Juist toen Wouter zich verstouten wilde om door 'n spleet te gluren van de gordyn aan de glasdeur, werd deze geopend, en de Republikein trad er uit. Hy hoorde hoe Verlaan hem nariep: Dáár ergens op 'n hoek in de Paardenstraat, weetje! Kyk nu maar eens niet op 'n daaldertje... en klop ze maar flink op, en zeg aan den sleeper ...
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek