Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
»Ik wel,« antwoordde de Vos. »Ik zou er 't land aan hebben wat anders te zijn.« Nadat hij zóó zijn gevoelen had uitgesproken, gaf de Vos zijn hoed een flinken duw en keek naar Bates, als om aan te duiden, dat hij hem zeer dankbaar zou zijn, wanneer hij het tegendeel beweerde. »Ik ben er een,« herhaalde de Vos. »Charley ook. Fagin ook. Sikes ook. Nancy ook. Bet ook.
»Wat praat je, dat hij zonder eer en glorie weggaat?« riep Fagin, en wierp zijn leerling een woedenden blik toe. »Was hij niet altijd de eerste van jullie allen! Is er een onder jullie die ook maar in zijn schaduw kan staan? Nou?« »Geen één,« antwoordde Bates, met een stem heesch door ontroering, »geen één.« »Wat praat je dan?« viel Fagin nijdig uit, »en waarom grien je?«
Hij slingerde den ouden man van zich af, vloog de kamer uit en holde woest de trappen op. »Bill! Bill!« riep Fagin, terwijl hij hem haastig volgde. »Een woordje nog! Eén woordje maar. Het woordje zou niet gesproken zijn als de inbreker in staat was geweest de deur open te krijgen; toen de Jood hijgend bij hem kwam, stond hij al vloekend vruchteloos aan de deur te wringen.«
Fagin zette een gezicht, alsof hij graag dit bezoek op zoo'n ongewoon uur had afgeslagen en mompelde iets, dat hij geen vuur aan had, maar toen de ander zijn verzoek op gebiedenden toon herhaalde, ontsloot hij de deur en verzocht hem, ze zacht te sluiten, terwijl hij een licht ging halen. »'t Is hier zoo donker als in een graf,« zei de man, voorzichtig een paar stappen doende. »Maak wat voort!«
»Wat nou?« riep Sikes. »Waarom kijk je 'n mensch zoo an?« Fagin hief zijn rechterhand op en schudde zijn bevende wijsvinger; maar hij was zoo opgewonden, dat hij voor 't oogenblik de spraak had verloren. »Vervloekt!« zeide Sikes en greep met een verschrikt gezicht naar zijn borst. »Hij is gek geworden. 't Is hier zaak op mezelf te passen.«
»Nou, dat ze niet makkelijk de deur uit kon komen, als hij niet wist, waar ze heen ging,« zei Noah, »en dus, toen ze den eersten keer naar die dame toeging, had ze ha! ha! ik moest er gerust om lachen, toen zij 't zei had ze hem laudanum gegeven.« »Hel en duivel!« riep Sikes, zich woest van Fagin losrukkend. »Laat me deruit!«
Oliver kleurde onwillekeurig, nu hij zag, dat de oude schurk zijn gedachten raadde, maar hij zeide dapper: »Ja, ik zou 't graag weten.« »Wat denk je?« vroeg Fagin, de vraag ontwijkend. »Ik weet 't gerust niet, meneer,« antwoordde Oliver. »Bah!« zei de Jood en wendde zich, na het gezicht van den jongen bestudeerd te hebben, teleurgesteld af. »Wacht dan maar, tot Bill 't je zegt.«
De Jood gaf een harden slag op Oliver's schouder en hief den knuppel op voor een tweeden, toen Nancy snel toeliep en den stok uit zijn hand rukte. Ze smeet hem in 't vuur met een kracht, die enkele van de smeulende kolen in de kamer deed spatten. »Ik wil er niet bijstaan en 't aanzien, Fagin!« riep het meisje. »Je hebt den jongen en wat wil je nu nog meer?
»Wel dat soort zaakjes,« herhaalde Fagin, »en de menschen van de herberg hier hooren ook tot ons soort. Je hebt den spijker op den kop geslagen en bent hier zoo veilig als 't maar kan. Er is geen veiliger plaats in heel Londen dan »De Kreupelen;« dat wil zeggen als ik 't veilig wil maken. En jij en die vrouw staan me aan; dus heb ik het wachtwoord gegeven en je hart kan gerust zijn.«
»Hoe gaat 't, Fagin?« vroeg deze waardige man, den Jood toeknikkend. »Stop die doek maar in m'n hoed, Vos, dan weet ik waar ik 'm vinden kan als ik weer uitsnij.... mooi zoo! Jij wordt een flinke jonge man van zaken, nog eer de ouwe uitknijpt.«
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek