United States or Malta ? Vote for the TOP Country of the Week !


Alleen stond in het midden het beeld van koning David, op de harp spelende, en aan de beide kanten een engel met een bazuin aan den mond, welke beelden ik altoos bijzonder mooi vond, vooral de engelen. Zoodra wij boven gekomen waren, ontsloot ik de trappers van den blaasbalg, nam het mahoniehouten deksel van het klavier en zette mij tot spelen. Jan nam op de trappers plaats en maakte lucht.

Florjan was, van éen stuk, een kortgewiekte bedrieger. Zoo gedroeg hij zich dan toch, op slot van rekening, als een eenvoudig-recht-handelend man, die nooit hoefde met zijn eigen in konflikt te treden. Binstdat Ernest mijmerde in dezen zin, ontsloot hij werktuigelijk de andere brieven. In zijn geest schoven de menschen voorbij, snel en eenderlijk.

Zij liep langs de rots om, en binnen een uur was zij aan de deur van de pastorie, waaruit het haar toescheen jaren lang afwezig te zijn geweest. Zij ontsloot de deur en trad binnen. In de brievenbus vond zij een briefkaart van haar vader, meldende dat hij en Elisabeth van plan veranderd waren, en niet terug zouden zijn vóór den volgenden ochtend met den trein, die te half negen aankwam.

Een deel van den nacht ging voorbij; hij deed zijn metgezellen open en begaf zich daarheen, waar Pericon met de donna sliep. Daar ontsloot hij de kamer; zij vermoordden Pericon in den slaap, bedreigden de ontwaakte en klagende vrouw met den dood, als zij eenig rumoer maakte en voerden haar mede.

"Het kan geen kwaad," meende zij, haar kamertje binnentredende, terwijl zij nog eens nadacht over 't geen haar bekommerde, "het kan geen kwaad, als ik Lise die geschiedenis vertel; het werd haar dan misschien duidelijk, hoe zij daarboven zijn." Toen stond zij op, zocht een sleutel, ging zachtjes de trap op en ontsloot de deur van Lisette's kamer.

Zoo dat zij met hun beiden te paard gingen, de vlakte over in zonneschijn en om den wonderberg heen, want die ontsloot zich niet voor de ridders.

Hij ontsloot de kantoordeur, waarvan hij den sleutel altoos bij zich droeg, en genadige hemel, ja, een enkele blik was voldoende om hem te overtuigen, dat zijn vermoeden juist was geweest. Er moest een dief geweest zijn. Het raam was opengeschoven, de sloten van zijn bureau waren geforceerd en een ijzeren geldkistje, dat daarin geborgen was geweest, was met geweld opengebroken.

Bij den aanblik daarvan werd hij met schrik vervuld en zonder zich een oogenblik te bedenken snelde hij naar zijn stal, zadelde zijn paard en ontsloot de hoofdpoort van de vesting, rende naar buiten en liet de sleutels in de poort steken. Hij haalde de teugels niet in voordat hij een groot bosch bereikt had, en nu stond de zon reeds hoog aan den hemel.

Aan alle hoeken der straten zag men rokken omvlaggelen en hoeden opgaan in de lucht, daar wentelen en cirkelen en dan loodrecht neerstekken tegen de steenen. De wind hoorde men zoo even boven de huizen, roefelen over de daken en schuifelend klagen in de telefoondraden. Hier en daar ontsloot hij een vensterluik, botste tegen een deur en deed de slotklink springen. De menschen liepen gebogen.

Toen durfde Keye niet veel meer te zeggen, want hij vreesde Gawein, die den moedigen jongeling wilde beschermen. Deze echter ging toornig voort: "Ware de koning niet hier, uw leven ware ermede gemoeid. Ik zou de scherts wel hebben gewroken." De koning wendde zich tot hem, en zeide ernstig: "Vriend, dat zou niet goed van u wezen. Sluit vrede met heer Keye." Nog ontsloot Ferguut zijne vuisten niet.