United States or Ecuador ? Vote for the TOP Country of the Week !


Boven, ergens in een kamer waarvan het venster openstond, kweelde een kanarievogel. Snepvangers vond het danig schoon. Hoor eens, Sander! 't Is een sijsken, Snepvangers. Neen, neen, 't is veel schooner... 't is een kanarievogel... 't Kan zijn, schokschouderde de Speeker onverschillig. Een schoone vogel, mijmerde Snepvangers. De schoonste vogels zitten in den buiten, zei Sander.

Hij vervolgde in effen stemklank, eentonig: Niet, zooals gij zegt, het instinkt dat angstig wordt, mijn waarde du Bessy. Eene gewone en pijnlijke benauwdheid was 't, iets dat men duidelijker zoude kunnen noemen: zorgen. Ik heb, inderdaad, éen oogenblik gevreesd dat Ernest in die helle was. Dat was billijk ook, mijmerde Simon Peter. Zeker. Maar mijn angst duurde één oogenblik slechts.

Hij haalde dus de globe, zette zich naast haar en zij richtte zich op in haar stoel. Mevrouw Van Raat zag mijmerend toe, hoe Paul met heur haakpen Eline de sterrenbeelden wees en de namen er van noemde. Daarna trachtte Eline in den hemel de beelden terug te vinden en zij glimlachte, terwijl haar wijsvinger van ster tot ster lijnen trok. Eline glimlachte en mevrouw mijmerde op dien glimlach voort.

'Zou hij net zooveel van mij houden, als ik van hem? mijmerde hij, terwijl hij aan het zoldervenster stond en over den groenen, bloemrijken tuin staarde, 'waarom zou hij dan niet meer en langer bij mij komen. Als ik kon ... Maar misschien heeft hij meer vrienden. Zou hij daar ook van houden, meer dan van mij. Ik heb geen andere vrienden, geen één. Ik houd alleen van hem. Zoo veel! o zoo veel!

Toen Mathilde weêr alleen was, deed zij het eene venster open. Zij ging in den tuin en liep haastig voort, als moest zij iemant aantreffen. Achter in den tuin, dicht bij het Flora-beeld, bleef zij staan. Zij was hier-heen gesneld om zoo gauw mogelijk ongezien de eenzame wellust te kunnen genieten van het besluiten tot een gesprek met Jozef, waarover zij mijmerde.

Hij mijmerde nog wat op de doening rond en daar kwamen veel dingen tegelijk in zijnen kop en rond hem in de kamer staan, maar dat vervaagde allengs, alles liep uiteen, zijn adem ging rustig en overal nu was de lange nacht weer herbegonnen met een geruste zekerheid van ongestoorden slaap.

O! riep hij snikkend uit en klemde zich aan haar vast, en reikte haar bevend den brief. Daar lees! kreet hij. Zij las weemoedig en streelde zijne haren, als zij een kind gedaan had. Zoo was het goed, zoo dwong hij zich niet meer tot zelf beheersching, zoo schaamde hij zich geen tranen in zijn hardnekkige mannelijkheid. En terwijl zij las, mijmerde zij over Eline.

Chris, ondersteboven, in geen drie dagen had ze bijna gepraat zocht de logeerkamerhoeken af, keek onder 't bed, keek in de kasten. Toen mijmerde ze bij de kaars. 'r Gewoonte-dingen, 't kammen van 'r piekerig geel haar, 't wriemelen van 't vlassig vlechtje, 't wentelen van den veter, deed ze in afwezigheid.

Oomken, mijmerde ze, is jong geworden door wat hij noemt Francine's geluk. De brave man durft haast niet meer bij me blijven, zoo bang is hij eene droefheid te krenken, welke hem neerdrukt. Hij vlucht me. Ik heb, dat weet ik wel, geen troost van hem te verwachten, maar het verdriet me dat ik hem met mijn leed nu schrik ga aanjagen. Ik heb toch een leed!

Zij had het hoofd over eenig borduurwerk, dat zij ter hand genomen had, om de verwaarloosde muziek te vervangen, voorover gebogen, en mijmerde zoo droefgeestig mogelijk. Een bescheiden geklop brak plotseling hare droomerijen af. "Binnen!" riep zij, vrij verwonderd, dat iemand nog zoo laat kon komen. "Ik ben het slechts, miss Watkins," antwoordde eene stem, die haar deed trillen.