United States or Chile ? Vote for the TOP Country of the Week !


De kinderen groeiden op en du Bessy werd oud; du Bessy woonde nu zeer, zeer alleen, voelde 't zoo smartelijk, hunkerde naar dat kleine jongetje en dat broze meisje. Ha! Ha! du Bessy weende nog af en toe een beetje .... Verlat stierf. Verder mijmerde Oomken niet. De rest was een vage veeg in den verstreken tijd.

Het leven is schoon, mijmerde de verdierenpikker. Dat is het ja... dat is de waarheid, stemde Snepvangers in, vleide zich wellustig tegen de leuning van zijn stoel en zag diepzinnig de rookwolkjes na. Hoe lang het geduurd heeft is lastig bij benadering te bepalen en Snepvangers heeft zich er nooit rekenschap van kunnen geven.

Zoo mijmerde hij voort, starende in de duisternis, doorschoten met de rosse vlammen, die de meubels telkens met spookachtig relief uit het donker deden verschijnen. Hij mijmerde voort in een troosteloos pessimisme.... Waarom zou hij niet zijn zooals hij was? Hij zou weder geld noodig hebben en hij zou het krijgen op welke wijze ook, quand même; waarom niet? Er was geen goed en geen slecht in de wereld; alles was zooals het wezen moest en het gevolg van een aaneenschakeling van oorzaken en redenen; alles had recht van bestaan; niemand kon iets veranderen aan wat was of zijn zou; niemand had een vrijen wil; ieder was een gestel, een temperament en kon niet anders handelen, dan volgens de eischen van dat temperament, overheerscht door omgeving en omstandigheden; d

We moeten nu nog het een en ander gereed maken, vóor Losch komt. Adieu, dag Eline, dag Ben, dikke peuter. Bonjour, beterschap met je schorheid. Paul ging en Eline zette zich weder aan haar piano. Een korte pooze mijmerde zij er over, hoe jammer het was, dat Paul zoo weinig energie toonde, en dit deed haar weêr aan Henk denken.

Die vreemde, met rossen gloed doorschoten, somberheid van het vertrek deed hem aangenaam de alledaagschheid van zijn in de Spuistraat gehuurde kamers vergeten, waar een enkel kostbaar voorwerp van hemzelven vloekend afstak tegen de versleten burgerlijkheid van het ameublement. En hij mijmerde een pooze in die dantesque schemering.... Hij gevoelde zich in de laatste dagen zeer uitgeput.

Ze zweeg maar, en mijmerde, bleef lang uitkijken naar 't volle zonnelicht, dat met vrije geuten binnenviel. Ze voelde 't ijverig vingerenwerk van Mariëtte om haar, dat gejeuk op haar hoofd, 't kittelend gefleer van handen in roerende haren. 't Maakte haar stil en lui. Ze dacht alweer aan Simon Peter ....

Wanneer Frédérique hem opbeurde en hem verweet, dat hij zich geheel en al in zijn droefheid liet nederzinken, ontkende hij dit zachtjes met dezelfde woorden, waarmede hij eens Suzanna op de Horze had gerustgesteld: een man gaf zich niet zoo over aan zijne smart, een man had zijne bezigheden en mijmerde niet immer over een teleurgestelde liefde. Toen, op de Horze had hij die woorden niet gemeend.