Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 23 mei 2025


"Daar kun je er niet uit: daar langs ga je naar het huis van den dooie!" "De man slaapt nog!" zeide de commissaris spottend. "We zullen wat water over hem moeten gooien." De omstanders lachten weer. De boer verliet de plaats waar hij zulk een leelijke rol gespeeld had, en richtte zich naar de kerk. In de sakristie vroeg hij naar den hoofdkoster. "Die slaapt nog!" antwoordde men hem barsch.

Gauw an de wal." "Jezus, wat ziet het schaap blauw!" Nu hebben ze ook Gerrit binnengehaald. Ze boomen het bootje naar den wal. De agent pakt de dooie handjes aan. De slagersknecht de dooie voetjes. "Laat 'm los! Op zij mense! Op zij mense! Op zij!" Een kleine open ruimte streept door de dringende menigte. De agent draagt het slijkerig, zwarte lichaampje op de armen.

Maar casuweel liep ik een juffrouw tegen het lijf, die me zei: "Ik ben er toevallig bij geweest, toen op de voorkamer de meester bij den dooie kwam, maar gekend heb ik hem niet; als je er meer van weten wilt, moet je maar eens naar juffrouw Ram gaan; een huis of drie verder in de straat heeft zij een winkeltje." Toen daar heen." "Maak een beetje voort, Janus! Je vertelt erg langzaam.

’n Dooie, meheer de agent!” zegt juffrouw Daters, en haastig voegt zij er bij: „Zóó morsdood naast ’t bed gevonde bij dat gekke mensch; we binne d’r niet ân geweest; hij leit nog net persies as ie lei.” „Hoe lang ben jelui hier al?” „’n Groot kertier, meheer!” „En heb jelui dien man zóó laten liggen?” „We hebben d’r geen hand an gehad!” „Dat’s dom genoeg. Misschien is hij niet eens dood!” „Niet?

As-je denk da-je mijn 'r tusschen neemt, zeg, mot je vroeger op staan!" Weer lachte Eleazar, 't ventje dat als 'n oud mannetje praatte bij z'n dunnen nek schuddend. "Dooie bliek en dooie voren, gestoofd met 'n scheutje azijn, Jan daar zou jij van smulpapen, as 't warm voor je op tafel sting." Samen liepen ze op, de man en 't manke jogje, sprekend als kameraden.

Och, Puckie, zei juffrouw Bruin op dien middag tegen den kleinen décoratieschilder, die zijn dagelijksch kopje koffie bij haar kwam halen Sjuul is heelemaal in de war, d'r is geen land met 'm te bezeilen 't wordt een mooie boel hier; die akelige dooie versjesmaker zij wenkte met haar hoofd in de richting van het atelier, waarvan de deur openstond bederft z'n heele humeur.

U begrijpt: 't is een speculatie op de Mode als ik niet heel gauw kom met m'n buste, is er misschien al weer een andere dooie knul in trek en dan zit ik later met die prullen.

"Nou mot je mijn kenne ... met nog aldoor dat gif in me bloed van toen 'k as doofstomme door Carlien, die beeldschoone vrouw, was verleid en verraje. Die wrok kwam daarbij, hieuw er schrikkelijk huis, da'k geel van de gal zag, en me reuzel van die haat op wier geteerd ... "Je lijkt wel 'n dooie, zooals jij vermagert; geliefde, geliefde wat ziet gij er uit," snikte Louetta.

Zulk een gruwelijk gebeuren had de plaats nog nimmer beleefd. Bij 'n verbrande koe bij van Galen en 'n dooie kanarie bij Germs zwak binnenbrandje, drie jaar geleden was 't gebleven. Dit, die zwijgenis in de slaapkamers van drie notabelen en van een ondergeschikte, gaf 'n afschuwelijk vermoeden.

Dat moet u zich toch herinneren." De doodgraver glimlachte. "De dooie is er niet meer in!" antwoordde hij bedaard. "Wat zegt u?" "'t Is nog al duidelijk!" voegde de man er op gekscheerenden toon aan toe, "ik heb een week geleden een vrouw op zijn plaats begraven." "Ben je gek?" vroeg de knecht hem. "'t Is toch nog geen jaar dat we 'm begraven hebben."

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek