Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 mei 2025


De vrouwen uit de buurt kennen hem allen en mogen hem lijden, want Pietersen heeft er slag van om door een of ander grappig woord of een zoogenaamdenuiop haar lachspieren te werken; hij is de schim van een galant man en mengt veel Fransche woorden in zijn gesprek, een eigenaardigheid die hem bij de vrouwtjes uit de buurt een soort van overwicht bezorgt. „Hij is vroeger een heer geweest,” zeggen ze, en hoewel ze hem zoodra ze kunnen in ’t ootje nemen, gaan ze nooit te ver; „dat ken je niet met ’m risekeeren, want dan wordt ie zoo akelig beleefd dat je dadelijk snapt dat ie je in de maling neemt,” beweert vrouw Daters.

Krak! krak! doet ’t bankje en meteen: „Groote Gerritje, daar heb je ’t nou,” vangt juffrouw Daters nog bijtijds haar buurvrouw op, houdt haar tegen en helpt haar veilig op den grond. ’t Bankje is doorde dikkigheidvan juffrouw Jaling en de bewegingen die zij maakte tot het uiterste gebracht en bezweken.

zegt juffrouw Jaling zachtkens: „Wat ’n mooie stem heit ze’.” „Jawel, maar luister nou liever, m’n goeie mensch.” Walten antwoordt: ....... Laat mij alleen ontvluchten! „Gaat ie ’r van door?” vraagt vrouw Daters fluisterend aan de andere, die voortdurend door de ruiten naar binnen ziet. „Wel, mensch, ’t is ommers allemaal spul!

Groote Goedheid! de schrik zit me nog in me knieën.” Juffrouw Daters gaat even op een stoel zitten en vervolgt tot de anderen, die nieuwsgierig toekijken: „Wat zeg jelui er wel van? Wat ken ’n mensch er toch gauw uit weze!” Verschillende uitroepen en deelnemende woorden, dooreen geuit en daardoor onverstaanbaar, geven ’t antwoord op juffrouw Daters’ vraag.

Och! ze antwoordt niet; ze schijnt toch ook wel te hebbe begrepe, dat ie....” „Blijf jelui nou toch met je handen van ’m af! Hij mot blijve legge zoo as ie leit, anders heb je ’r gedoe mee. Is er nou al iemand om de polisie?” vraagt nogmaals vrouw Daters. „Jawel! Pieterse haalt ’n agent,” antwoordt de werkster.

Nou kom ik zoo, eve voor twaleve, toevallig gelijk met Pietersen, hier voor de deur.” „Ho! Pietersen, wie is dat?” „Kan uwee dien niet? En hij heit je nogal gehaald,” roept vrouw Daters, en juffrouw Jaling voegt er bij: „Hij is ’n mirakel van ’n vent, ’n sefleur, en....” „Stilte! laat die vrouw verder vertellen.”

Half achter juffrouw Jalings breede schouders verborgen, giegelt vrouw Daters: „Hij heit ’m te pakke van middag!” en luid zegt ze: „Ouwe graantjespikker, ga maar naar Walten; die zit zeker al met smart op je te wachte. Ha! ha! ’n mooi spannetje voor ’n bokkewage die twee.”

’n Dooie, meheer de agent!” zegt juffrouw Daters, en haastig voegt zij er bij: „Zóó morsdood naast ’t bed gevonde bij dat gekke mensch; we binne d’r niet ân geweest; hij leit nog net persies as ie lei.” „Hoe lang ben jelui hier al?” „’n Groot kertier, meheer!” „En heb jelui dien man zóó laten liggen?” „We hebben d’r geen hand an gehad!” „Dat’s dom genoeg. Misschien is hij niet eens dood!” „Niet?

Schaterend zien de vrouwen, hoe Pietersen, die over de tobbe is gestruikeld, zijn hoed uit ’t zeepsop opvischt en, tegen den muur leunend, zijn linker scheenbeen zachtkens wrijft. „Kom hier, kraantjelek, dan zal ik je ophelpe,” lacht vrouw Daters, en juffrouw Jaling, die bij de eerste kennismaking niet erg spraakzaam was, voegt er bij: „Uwes pootjes benne nog al dun; ze benne immers niet kapot?

Och! hij slaapt,” herhaalde zij, als in zichzelf, wendde zich om en dommelde weer in. „Niet ankomme! M’n goeie mensch, brand je vingers niet; eerst mot de polisie er bij weze. Groote Gerritje! wat ’n geval,” roept juffrouw Daters, die met haar dikke buurvrouw Jaling en een aantal andere buren in Waltens kamer staat bij ’t bed waarop de oude man, nog onbeweeglijk in dezelfde houding, ligt.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek