Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juli 2025
MARTHA. Ik ga met je mee, Dina. En ik moet u ook verzoeken mij even te verontschuldigen, dames; misschien kunnen wij aanstonds wel buiten koffie drinken. Rörlund staat in de deur en praat met haar. Lieve hemel, mevrouw Lynge, wat heeft u mij doen schrikken! MEVR. LYNGE. Ik? MEVR. HOLT. Ja, maar u begon er toch zelf over, mevrouw Rummel. MEVR. RUMMEL. Ik?
Die muis had vroeger kunnen springen, maar dat kon ze nu niet meer. »'t Lijkt precies«, zei Nel; »hoe kom je er aan?« »Van vader gekregen, toen ik jarig was.« »Schrok je niet, toen je ze kreeg?« »Wel nee, ik ben niet bang voor een muis.« »Nou, ik wel hoor! En Dina dan; die is er zoo bang voor, als.... als...., nog erger dan ik.« Toen kwam Nel wat grappigs in den zin.
In de gang kwam ze Dina tegen, die haar verwonderd aankeek, maar Elsje vroeg haar met zoo'n grappig deftig air, of ze haar even uit wou laten en liep toen zoo bedaard en netjes de stoep af ze begon in die dingen al aardig aan te leeren! dat Dina tot de overtuiging kwam dat alles in orde was en met een lachje naar de keuken terugliep. "Ze wordt heusch al heelemaal een klein dametje," dacht ze.
Hoofdstuk X. Grootmama. "Een telegram, mevrouw, of u zoo goed wilt zijn, hier even uw naam te teekenen," met deze woorden kwam Dina twee dagen later de eetkamer binnen, waar mevrouw d'Ablong, grootmama, Miss Piper en Cécile aan het ontbijt zaten. "Zeker toch een telegram van Lizzie's grootmoeder," zei Cécile ontevreden, "om te vragen hoe het op dit oogenblik met haar is.
"Ik ben bij Tom geweest op zijne kamer, ik heb hem hooren zingen, en tante Dina heeft mij eten gegeven." "Zoo! Hebt gij Tom hooren zingen!" "Ja. Hij zingt zulke mooie dingen van Nieuw-Jeruzalem, en de heerlijke engelen en het land van Kanaän." "Dat is nog veel mooier dan in de opera, niet waar?" "Ja, en hij zal ze mij leeren." "Zanglessen? Zoo, gij begint te vorderen."
DINA. Zoo fatsoenlijk en zoo braaf zijn. R
Toen Ophelia laat in den namiddag weder in de keuken was, riepen eenige van de zwarte kinderen: "O, daar komt Prue aan, brommende en knorrende, zooals zij altijd doet." Eene lange, beenderige, gekleurde vrouw, kwam met eene mand vol beschuitjes en warme broodjes op het hoofd, de keuken binnen. "Zoo, Prue, zijt gij daar?" zeide Dina.
Johan de dienstknecht opende de deur voor den geneesheer en op diens vraag, wie de zieke was, antwoordde Johan: "O dokter, "t is de oudste juffrouw; z'is van de trappen gevallen en ligt sedert mevrouw naar de komedie is, nog maar altijd buiten westen. Dina de kamenier was nog geen kwartier geleden even bij haar in de zaal; maar toen was er nog geen verandering gekomen.
Hare oogen bleven droog, maar er trilde eene smartelijke aandoening in hare stem, die zij tevergeefs trachtte te verheelen. »Nu Dina, nu mijn kind, ik geloof u, ik vertrouw u, wees er zeker van, vergeef het den ouden man, die reddeloos en radeloos zou wezen zonder u, dat hij zich soms zoo ijdelijk ontrust.
"Zij kon den boel niet zoo laten loopen als het ging, en zou dat jonge goed beter orde leeren houden," want Dina streelde zich met den waan, dat zij zelve de orde in eigen persoon was en het slechts aan "het jonge goed en anderen" was te wijten, dat in dit opzicht de keuken beneden de volmaaktheid bleef.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek