Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 mei 2025


Onder hen, die hem bijzonder aantrokken, waren twee schilders, van welke heden reeds tweemaal gesproken is, Bruno en Buffalmacco, zijn buren. Het scheen hem, dat zij onbezorgder en vroolijker leefden dan wie ook, en hij vroeg vele menschen naar hun beroep.

Bruno en Buffalmacco, die met Filippo en Niccolosa over die ontmoeting zich slap hadden gelachen, deden of ze op het spektakel afgingen en na met veel praatjes de donna tot rust te hebben gebracht, gaven zij aan Calandrino den raad naar Florence te gaan en niet meer terug te keeren, opdat Filippo, indien hij er iets van zou merken, hem geen kwaad zou doen.

De dokter geloofde het, verwonderde zich zeer en onmiddellijk kreeg hij het brandendste verlangen te weten, wat dat op avontuur uitgaan was en met groote volharding drong hij aan het hem te zeggen en verzekerde, dat hij er nooit over zou spreken. O wee, maëstro, zei Bruno, wat vraagt ge mij? Dat is een te groot geheim en zou de oorzaak zijn van mijn ondergang en mijn verbanning uit de wereld.

Maar Bruno en Buffalmacco antwoordden met een vertoornd gelaat: Dat zeggen wij niet aan u, maar wij bidden God, dat Hij u zooveel slechte jaren geeft, dat gij er van omkomt als de oneerlijkste en grootste verrader, die er leeft. Want het is uw schuld niet, terwijl wij ons best deden u eer en genoegen te bewijzen, dat wij niet als honden zijn vermoord.

Tegen den avond bevonden zij zich op het Droogbak, waar groote volkshoopen, joelend en schreeuwend, en met stokken gewapend, zich op dat oogenblik te zamen dromden. »Zouden we nu toch niet eens naar huis gaan?" vroeg Bruno. »Ja," zei Bert, »moeder mocht ongerust worden, als we nog langer bleven." Maar juist toen ze heen zouden gaan gebeurde er iets, dat hen tot blijven noopte.

En toen ze, geroerd door z'n hartelijkheid, met 't oude gebaar haar handen zacht om z'n kop legde, sprong hij op met 'n luid, juichend geblaf, rende naar Eduard en weer terug, blaffend en huilend, likte haar handen en laarzen; en eerst toen Eddy, licht geërgerd over 't malle figuur, dat de hond 'm deed slaan, zich omgekeerd had, en nader kwam, omhelsde Bruno haar opnieuw, met 'n kalme beweging van in-bezit-nemen.

Zoodra hij hen zag, zeide hij klagend: Wee mij, mijn vrienden, het varken is mij ontroofd. Bruno sprak zachtjes: Het is een wonder, dat gij één keer wijs zijt geweest. Wee mij, riep Calandrino, want wat ik zeg, is waar. Vertel dit maar, sprak Bruno, en schreeuw het zoo hard, dat het schijnt, dat het zoo is gebeurd.

Deze bekeek de haan goed, sloeg hem in de onderdeelen gade, wikte en woog, deed eenige vragen: de ongelukkige weifelde. Bruno was zenuwachtig, en keek hem vertoornd aan. "Maar zie je dan die breede schub niet die hij daar, bij zijn spoor, heeft? Zie je die pooten niet? Wat wil je meer? Kijk die beenen 's, spreid die vleugels 's uit! En deze gespleten schub boven deze breede, en deze dubbele?"

"Lieve deugd! Wat is dat?" zeide Tante Chloe, overeind komende en haastig het gordijn opschuivende. "Al mijn tijd, als het Lizzy niet is! Kleed u aan, oude man, spoedig! En daar is de oude Bruno ook en krabt aan de deur. Wat op de wereld ! Ik zal de deur maar gaan opendoen."

Buffalmacco en Bruno gingen Calandrino, nadat zij met de tolgaarders hadden gelachen, langzaam achterop en toen zij bij zijn deur waren, hoorden zij het wreede pak ransel, dat hij zijn vrouw gaf en veinzend pas te zijn aangekomen, riepen zij hem. Calandrino geheel bezweet en vuurrood vertoonde zich aan het venster en verzocht ze boven te komen.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek