Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
Hij maakte zich erg ongerust, dat zijn jongens misschien de Bloemmarkt geplunderd hadden en ging onmiddellijk op onderzoek uit. Tot zijn onuitsprekelijke vreugde bleek hem dra, dat Bert en Bruno werkelijk op een eerlijke wijze aan al die bloemen gekomen waren.
Aanvankelijk meenden moeder Jane en haar zoon, voorloopig in een herberg hun intrek te nemen, doch de Vermaats wisten te bewerken, dat zij net zoo lang van hun gastvrijheid zouden gebruik maken, tot zij een geschikte woning hadden gehuurd. Zestiende Hoofdstuk. Oranje boven! Den volgenden dag mochten Bert en Bruno, tot straf voor hun laat thuis komen, de deur niet uit.
Bruno en Buffalmacco stelen van Calandrino een zwijn. Zij geven hem hoop het weer te vinden met gemberpillen en witten wijn en geven hem er twee van, als die voor de honden in aloë gekonfijt en het schijnt hem, dat hij het zelf heeft geroofd. Zij laten hem er voor betalen, indien hij niet wil, dat zij het aan zijn vrouw zeggen.
Na haar mantel te hebben aangedaan en met een vrouw in gezelschap, ging zij er snel met Nello heen. Toen Bruno haar van verre zag aankomen, zeide hij tot Filippo: Kijk, onze vriend. Filippo ging naar de plaats, waar Calandrino en de anderen werkten en sprak: Maestri, ik moet nu naar Florence gaan, werk hard door.
Maar toen Bruno en Buffalmacco met Calandrino waren achter gebleven, zeiden zij tot hem: Wij waren er wel zeker van, dat gij het zelf hebt gedaan en dat gij ons hebt willen wijs maken, dat het u ontstolen was om geen rondje te geven van het geld, dat gij daaruit geslagen hebt. Calandrino, die de bitterheid van de aloë nog niet had uitgespuwd, begon te zweren, dat hij het niet had gedaan.
Hij antwoordde Bruno, dat hij het waarlijk geen wonder vond, dat zij vroolijk waren, en met groote moeite bedwong hij zich hem te vragen hem dadelijk op te nemen, opdat hij na hem nog beter te hebben onthaald, hem die verlangens met meer vertrouwen kon mededeelen.
Toen Buffalmacco dit zag, zeide hij tot Bruno: Waarom zullen wij niet heengaan? Bruno antwoordde: Ja, laat ons gaan; maar ik zweer, dat Calandrino het ons niet meer zal leveren; en als ik dicht bij hem was als den heelen morgen, zou ik hem zooveel van die steenen tegen zijn hielen gooien, dat hij misschien wel een maand aan die grap zou denken.
Meer geloof verwierf echter het volksverhaal, dat FRISO, eens Konings zoon uit Indië, na den dood van ALEXANDER den groote uit zijn vaderland verdreven, zich met zijne broeders SAXO en BRUNO en vele anderen te scheep begeven hebbende, 313 jaren vóór onze tijdrekening met eene vloot in Friesland zou aangeland zijn.
Calandrino, die al die dingen in zich had opgenomen, deed, alsof hij iets had te verrichten, verliet Maso en besloot die steensoort te gaan zoeken, maar hij nam zich voor het niet te doen, zonder dat Bruno en Buffalmacco het wisten, van wien hij bijzonder veel hield. Hij ging ze zonder verwijl zoeken en besteedde het verdere deel van den morgen om ze te vinden.
Toen de beide jongens aan het eind van het Damrak gekomen waren, riep Bert opeens: »Kijk Ep de Breukelaar, wat gaat die nu toch beginnen?" »'t Is, of hij iemand uit het water redden wil. Hij trekt ten minste zijn buis al uit!" zei Bruno. Maar toen zagen zij, dat hij een Oranjevlag te voorschijn haalde en ontplooide.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek