Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
Toen sprak Bruno: God beware mij, het is leelijk genoeg, maar gij weet, Calandrino: ik raadde u gisteren aan aldus te spreken en ik zou niet willen, dat gij tegelijkertijd uw vrouw en ons voor den mal houdt. Calandrino begon te schreeuwen: Wel, waarom maakt gij mij wanhopig en doet mij God en de heiligen en al, wat er is, lasteren. Ik zeg u, dat het varken vannacht van mij gestolen is.
»Psst!..." wenkte hij, het hoofd om de kamerdeur stekend, geheimzinnig fluisterend tegen Bruno, »Kom eens mee!" Bruno, die in een boek te lezen zat, was dadelijk gereed hem te volgen. Bert bracht hem in de keuken voor de aanrechtbank, waar hun moeder al een en ander had klaargezet, en gewichtig op een groote kan wijzend, vroeg hij: »Wat is dat?" »Melk!..." »En dat?" »Eieren!..."
Als alles goed afloopt, krijgt elk van den troep honderd, en jullie elk 't dubbele: Don Crisóstomo is rijk." "Aangenomen!" riep Bruno. "Geef op 't geld!" "Ik wist wel dat jullie dapper waren evenals je vader! Kom mee, laten de lui die hem van kant gemaakt hebben, ons niet hooren!" zeide Lucas, en wees naar de guardias civiles.
"Hij wil niet! Als u ons wat kon leenen: u zegt immers dat u ons kent..." Lucas krabde zich achter 't oor, trok zijn hemd glad, en antwoordde: "Ja zeker ken ik jullie. Jullie zijt Tarsilo en Bruno, jonge en sterke kerels. Ik weet dat je vader gestorven is tengevolge van de honderd geeselslagen daagsch, die deze soldaten hem gaven. Ik weet dat jullie er niet aan denkt om hem te wreken..."
Buffalmacco en Bruno zagen, dat Calandrino geheel beladen was en toen het etensuur naderde, zeide Bruno tot Buffalmacco: Waar is Calandrino? Buffalmacco, die hem dichtbij zag, keerde zich om en antwoordde dan hier, dan daar kijkend: Ik weet het niet, maar zooeven toch was hij nog voor ons.
Bij ieder paard waren twee jonge zeekampers en twee jonge ruiters met rijke kleederen gekleed, en met geld in hunne buidels. Gelijk hij Hetto naar Kattenburgt zond, zoo zond hij Bruno, dat is bruine, den anderen zwager naar Mannagarda oord; Mannagarda oord is vroeger in dit boek Mannagarda forda geschreven, maar dat is fout.
"Ik wil wedden bij 't volgende gevecht. Wat kan 't me schelen? Zoo wreken we onzen vader." "Wacht!" zeide Tarsilo, en keek hem strak in de oogen: beiden waren bleek. "Ik ga met je mee. Je hebt gelijk: we zullen onzen vader wreken." Hij bleef echter stilstaan, en veegde zich weer 't zweet van 't voorhoofd. "Waarom blijf je staan?" vroeg Bruno ongeduldig. "Weet je welke hanen nu volgen?
Buffalmacco tot den dokter gewend, zeide: Waarde maëstro, het schijnt wel, dat gij uit Bologna een gesloten mond hebt medegebracht en bovendien, dat gij het a. b. c. niet op een appel hebt geleerd, gelijk vele dwazen het willen doen, maar goed op een meloen , die zóó lang is, en als ik mij niet bedrieg, zijt gij op een Zondag gedoopt . En daar Bruno gezegd heeft, dat gij daar in de medicijnen hebt gestudeerd, schijnt het mij, dat dit is geweest om de menschen in te pakken beter dan ik het ooit van iemand hoorde door uw verstand en uw gesprekken.
Den volgenden morgen kwamen Bruno en Buffalmacco, die zich de huid beschilderd hadden onder de kleeren met plekken, zooals de stokslagen die achterlaten, in het huis van den dokter en vonden hem op, en toen zij binnen waren, roken zij dat alles nog stonk. Toen de medicus ze zag, zeide hij, dat God hun een goeden dag zou geven.
Bert en Bruno hadden thuis al zoo vaak gehoord, hoe onbetrouwbaar die berichten waren, dat zij in hun jongenswijsheid meenden, de menschen daarvoor toch eens te moeten waarschuwen. En toen er nu weer zoo'n biljet was aangeplakt, slopen de onnadenkende bengels naar hun zolderkamertje, namen een vel papier en, na oneindig veel hoofdbrekens, verscheen daar eindelijk een achtregelig versje op.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek