United States or Kuwait ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Dorus!" zegt op eens Augusta, die een oogenblik heeft staan nadenken. "Wat is er, Augusta?" "Je bent toch niet boos op me, wel?" "Zeker niet; maar...." "Dacht je, dat ik je spel niet mooi vond?" "Hoe zoo?" "Omdat ik zoo koel zei: "Ik maak je zeer mijn compliment." "Hm! dat niet; maar ik had toch liever gehad, dat..."

Als zij daar gezeten zijn, vat Dorus eensklaps haar hand, drukt die aan zijn lippen en zegt innig, maar fluisterend: "Ik kan niet langer zwijgen, Augusta! Zeg mij één ding: mag ik spreken? Neen, antwoord mij nog niet. Denk eerst nog na, voor je iets zegt. Zie mij eens goed aan, en zeg 't mij dan. Mag ik spreken?" "Ja, Dorus, ja!" "Toe, Joakob!

"Ja, kind! ik herinner mij op eens zijn verbluft gezicht toen hij mij weerzag." "O, zoo!" "...En nu, beste vrienden, leeft wel. Tot ziens; in gedachten omhels ik mijn petekind en Augusta, altijd als haar echtgenoot het permitteert..." "'t Is toch een vroolijk oud man! Ho! ho! wat is dat, Fritsje? Augusta, pas op! hij dribbelt de tuindeur uit."

Toen Augusta in haar kamer was teruggekeerd, kwam het haar voor, alsof er met haar iets wonderlijks was gebeurd, alsof een innerlijke stem haar toeriep: "Hij staat boven u tot hem kunt ge opzien, hij is verstandig, hij is goed en... hij heeft je nog lief." Ze schrikte van die gedachten en trachtte zich rekenschap te geven, hoe ze wel ontstonden. Ze wist het niet.

Indië evengoed als elk ander land op den aardbol. Arm Indië, in 't buitenland weet men al zoo bitter weinig van u, en boeken als dat van Veth, zullen zeker niet de belangstelling in u doen toenemen, wel u doen afstooten! Augusta de Wit daarentegen schrijft zoo innig sympathiek en in welke schoone taal over Indië! Wij lezen haar stukjes in de Gids met zoo'n genot.

Zij is even verlegen als hij; zij bloost nog sterker; 't karmozijn kleurt zelfs haar hals. In hun wederkeerige verlegenheid vergeten zij den gewonen groet te wisselen en staan een oogenblik vlak voor elkander, zien elkaar met groote oogen aan en zwijgen, totdat Augusta begint te lachen. "Ik dacht niet je hier te zullen ontmoeten." "En ik liep juist aan je te denken, Augusta!" "Aan mij?" "Ja!

»Om dit portret was het mij voornamelijk te doen," ging Wilkinson voort. »Het is de beeltenis mijner moeder Lady Augusta, eenig kind van Lord Thurloë van Desborough, een Schotsch edelman. Zij is voorgesteld in bruidstoilet, en liet het miniatuur in 't horloge zetten, opdat haar echtgenoot het altijd bij zich zou dragen.

De vrouwen hielden zich trouwens over het algemeen op het wrak beter dan de mannen, die door de koude het eerste werden bevangen. Zoo heeft Augusta Theiler, een der geredde dames, met haar adem nu en dan de handen gewarmd van Jaboulet, den Franschman, omdat deze op het punt stond zich los te laten en neer te ploffen op het dek, waar hij reddeloos verloren zou zijn geweest.

Met een verhoogden blos op de wangen antwoordt Augusta: "Een artist heeft geen visschenbloed, zooals zoovelen, die met niets dwepen, wie niets in verukking kan brengen en die voor niets gevoel hebben, dan voor 't alledaagsche. Bah! ik heb een hekel aan menschen, die nooit in vuur kunnen raken, die nooit warm worden, die nooit boos zijn óf driftig!"

Je zult erg aan haar zang gewonnen hebben; ze heeft nu voldoende school en ja! schrik niet coloratuur ook!" zegt Tournel, als men eindelijk van tafel is opgestaan. "Ei, ei! coloratuurzangeres?" "Och, grootpapa," antwoordt het meisje even kleurend, "'k ben nu niet bij stem...." "Moet ik deftig worden, Augusta: laat je je bidden, of is 't nog als vroeger?" "Heb ik me ooit laten bidden, Dorus?"