Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 30 juni 2025


"Anna," vroeg zij plotseling heel ernstig, "wil jij me helpen om een goede betrekking te vinden?" "Mijn lief kind...." "We zijn heel, heel arm, zie-je, veel armer nog dan verleden jaar en wij kunnen zoo niet voortleven. Ik moet flink aan het werk gaan en geld verdienen; als ik dan van tijd tot tijd wat naar huis stuur, kunnen moeder en Clärchen blijven wonen waar zij nu zijn...."

De moeder bromde: Fons, gie loeder, zie-je gij niet da mejonkvreiw ou 'n hand wil geven. Bevend en gedwee stak Fonske zijn hand uit en het jong meisje drukte die vlug en zenuwachtig. Maar Fonske keek haar zelfs niet aan. Heel stil rolden aldoor de tranen over zijn roode wangetjes, tranen zoo helder en zoo zuiver als de kristallen droppeltjes van een levende bron. Zij waren weg.

God, die me hem gaf, ontneemt hem mij. Zijn wil is heilig. Zie-je, Simon, vervolgde hij met een hoogen zucht, men kan bij zoo'n afsterven niet vergeten dat een zwijgende en vriendelijke getuige de vele tochten van een zwaar verleden heeft medegemaakt. Ik herinner me dat deze hond de vreugde was van een onschuldig kind en de steun van een onwaardigen vader.

Hij kwam bij zijn vrouw en dochter, legde hun het plaatje voor oogen, streek met de hand zijn kinbaard weg, keek haar stuursch aan en vroeg: Zie-je gien gelijkenesse?" Ha moar Hiere toch!" riepen moeder en dochter te gelijkertijd, door het evenbeeld getroffen. En mevrouw werd er haast bang onder. O! da ge nou moest in Frankrijk leupen!" huiverde zij.

Zie-je,.... ik hou van m'n stillen vrede, m'n harmonie, en ik ben bang voor vuisten en fascineerende oogen. Toch zullen we 't volgend jaar 's gaan; 't is laf 't te ontloopen; Go, wij samen?"

"Malle kerel, je hebt natuurlijk kou gevat," plaagden ze, en een nieuw verhaal begon aan den anderen kant van 't clubje; maar Go hoorde hem nog zeggen met z'n lieve, dankbare stem: "Het was buitengewoon, zie-je.... Zoolang de zon nog opgaat, kan toch niemand beweren, dat er niet 'n heeleboel moois is in 't leven." Daar ging de deur open, en allen draaiden zich in 'n ruk om.

Maar, zie-je wel: 't meisje ging nu eenmaal zoo graag wandelen; er moest wel iemand met haar meegaan, en hij, Belzemien, deed dat toch maar liever niet, zoo waar iedereen het zien kon, ter wille van zijn positie als hoofd van het gezin en als lid van den dorpsgemeenteraad. Cordúla moest nu nog maar 'n heel, heel klein beetje geduld hebben en alles zou in orde komen.

Hij zei ineens te veel. Hij zei ineens álles. Het duizelde in haar. O, Fons, zuchtte zij. Hij nam haar hand. En zijn arm sloeg hij zacht om haar middel. O, dat er ons iemand moest zien! sidderde zij. Hij sloot haar dicht tegen zich aan, hield haar stil, gaf haar zijn eersten zoen. Lisatje, 'k zie ou geirne, zuchtte hij. De jonkvreiwe zie-je geirne, antwoordde zij, zich loswringend.

Jongens, jongens! eet maar! ze loech, ze weende, 't geld van den gewisselden frank rinkelde in haren schortezak bij elke snede die van 't brood viel en wat was het een lust de jongens te zien bijten! Dan vond ze de keers. Lezen, eerst en vooral lezen, op de bloote knieën! zie-je wel Sint-Josef is er tusschen gekomen.

Maar waar kon hij die Adriana gehoord of gezien hebben? "Nou, even willen wij wel binnen komen; maar ik en heb niet veel tijd en deze jonge borst ook niet. Wij moeten vanavond nog te Rotterdam zijn, zie-je!" "Kom, kom, één bakje troost nemen, daarvoor is er toch tijd genoeg zou ik meenen! Maar ik en wist niet dat je me zoo gauw zou komen opzoeken! Er is toch geene zwarigheid, wel?"

Woord Van De Dag

galoppeer

Anderen Op Zoek