United States or Myanmar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen zij den spiegel zoo hoorde spreken, trilde en beefde zij van toorn; «Sneeuwwitje zal stervenriep zij, »al kost het mijn eigen levenZij ging toen in een geheim vertrek waar nooit iemand kwam en maakte daar een doodelijk vergiftige appel. Die was heel mooi om te zien met roode wangetjes, dat ieder er in zou bijten; maar wie er ook maar het kleinste stukje van at zou moeten sterven.

Die had ook al van het ongeluk gehoord en bracht nu een' pot met vette melk. "Ik dacht," zei de meestersvrouw, "nu U geene melk van de geit kon krijgen...," "Dat is aardig," zei Lize. "Is Marietje weer wat beter? Kijk, ik zou er nog wel meer dan eene geit voor willen missen, als die eerst eens weer mooie roode wangetjes had."

De moeder bromde: Fons, gie loeder, zie-je gij niet da mejonkvreiw ou 'n hand wil geven. Bevend en gedwee stak Fonske zijn hand uit en het jong meisje drukte die vlug en zenuwachtig. Maar Fonske keek haar zelfs niet aan. Heel stil rolden aldoor de tranen over zijn roode wangetjes, tranen zoo helder en zoo zuiver als de kristallen droppeltjes van een levende bron. Zij waren weg.

Het kind lachte tegen vader en kraaide 't uit van de pret en bewoog zijn heele lichaampje zoo als kleine honden tegen hun meester doen. Zoo jonge heer! en hoe maakt onze jonge heer 'et? vroeg Jozef. Hij boog zich over het kind heen en gaf hem met zijn mooyen wijsvinger op de bolle wangetjes een tikje.

Lies is een pittig ding met een frisch gezichtje, ronde en roode wangetjes. Prachtige, leuke ondeugende oogen. Een kind dat boeit. Ze is het jongste van de drie kleine meisjes in het gezin, kinderen van tien, negen en twee en een half jaar oud. Moeder zegt, dat ze met de oudste kinderen nooit eenige moeite heeft gehad, met Lies des te meer. Het geval interesseert me.

Zelfs de scheepsdokter, die er in den beginne zoo holoogig en mager en spichtig uitzag, had ronde wangetjes en een frissche kleur gekregen. Naarmate wij Suez naderden en het duidelijk werd dat wij niet voor Zaterdagavond in Port Saïd zouden landen, begonnen wij ongerust te worden, dat wij dien nacht geen onderkomen zouden vinden.

Geen enkelen dag in zijn korte leven nog was hij ziek geweest, toen hij kort na nieuwjaar vreeselijk de kinkhoest kreeg, die hem zóó aanpakte, dat in een paar weken zijn dikke wangetjes geheel mager en bleek werden. De aanvallen werden hoe langer hoe heviger en zijn oogen glinsterden van angst, als hij ze voelde aankomen. Overdag zat hij wel met zijn speelgoed op, doch hij had er geen plezier in.

Verrukt op het gezicht van het bevallige kind, nam hij het uit de armen der moeder op, zette zich in den stoel, dien de Baker hem had aangeschoven, wipte het kind over zijn knieën, tot grooten angst der Baker, op en neder en tikte het op de zachte wangetjes met den breeden handschoen, waarmede hij nu en dan de tranen wegwreef, die hem langs den knevel dropen.

Zij wreef het koude lichaampje, dat na eene poos weder warm werd, toen opende zij het mondje van het wichtje en goot eenige druppeltjes melk tusschen zijne paarse lipjes. De doodskleur verdween van de magere wangetjes, het kind sloeg de oogleden op, en zijne zachte blauwe oogjes zochten de nog altijd weenende moeder.

Zij genoten van hun sigaartje en hun borreltje; en, toen het uit was, bestelden zij er nog een. Deeske's bolle wangetjes begonnen te glimmen, zijn oogen glinsterden heel leuk en innig, vol korte, kleine vlammetjes, alsof er, diep in hem, iets heel bizonder prettigs omging; en ook Theofielke's doorgaans bleeke, grauwachtige gelaatskleur, verlevendigde zich met een frissche, roze, warme tint.