Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
In "Het Zwart Paard" dronken zij een borreltje, waarschijnlijk omdat het schenken van sterke dranken nu verboden was. Zoo kwamen zij terug op hun verhaal. Wanneer zij Sander vertelden wat zij gezien hadden, weerstreefde hij woest: Dat is niks, laat ze maar vechten!... Snepvangers, al huilde hij met de wolven, hield in die dagen het meest van den zachtzinnigen Miranda.
„Omdat ’k geen vrouw heb; ’k ben een vrije jongen!” „Ja, dat ’s waar ook, daar dacht ik niet aan. En klaag jij dan nog over den slechten tijd?” „’n Mooi ding! Een vrije jongen leeft altijd duurder dan een getrouwd mensch.” „Ei!” „Natuurlijk! Eerstens je kostgeld; tweedens je borreltje. Dat moet een mensch toch....”
"Ik sta maar te staren," zei i toen. "Dat heb ik in de gaten," zei ik, "ga je mee een borreltje pakken?" "Goed," zei Japi.
Laat ons nu Spitsken maar gaan halen en naar de kinderen gaan zien ... Ja, naar Albertken.... Wat zal hij verschieten ... hij hield ook zoo veel van de kanarievogels ... Ja, Snepvangers ... we zullen nog eerst het valiesken in den coffre-fort sluiten.... En een borreltje drinken, Mama.
Elken dag had hij zijn afwisselende stamlokalen waar hij een pintje of een borreltje dronk en over de stadsnieuwsjes en het weer redekavelde.
Zijn vrienden en voorname bezoekers, aghas, effendis, beys, mogen op die toonbank plaats nemen, om een kop koffie of, meer naar den kant van Rusland, een glas thee te drinken en een praatje over koetjes en kalfjes te houden. De gesloten magazijnen, vooral de barbierswinkels, zijn eigenlijk cafés, waar men geregeld zijn borreltje gebruikt en den tijd met gesprekken zoekt te dooden.
Nadat Geerten en schoon Franske, aan den toog van eene vuil-berookte kroeg, een borreltje in éenen teug met smakkende lippen en tranerige oogen naar binnen gewipt hadden om zich wat te verwarmen, namen de twee kameraden afscheid.
Charlot ging seffens terug met het karreken om nieuw fruit, en de pastoor nam een stoel, terwijl Pallieter zich op een hoek der kleine tafel zette. Zij dronken een borreltje Schiedam en de pastoor zei: "Mor wad' 'n aardig gedacht toch, van mé e schip 'n huwelaksreis te doen!"
Zoo eenvoudig. Zoo alleszeggend. En als je ze, zuinigheidshalve, langs de lengte in vieren knapte, hoorde je en voelde je tusschen je vingers zoo'n stokkerig geknap. »Een borreltje ineens, maar een zwavelstokje in vieren," zei de zuinigdoende drinkverkwisting. Mijn zuster nam een zwavelstokje, stak het aan in 't vuur, ik zag de blauwe vlammetjes, rook den zwavel.
Al de koppen staken bijeen en iedereen luisterde, met den glimlach al op den mond, terwijl zij hun borreltje vasthielden, en een vrouw namen in hunnen arm. Het boerken vertelde een zeer fijn-dubbelzinnig verhaal van nen koster en de pastoor zijn meid. En wie van die daar zaten kende er niets in dien aard?...
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek