Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 28 juni 2025


Pierrotain-Cham; maar dat is zeker zijn echte naam niet, want hij is een Hollander en heeft nog een vader wonen te E." »Dat's nu weer eene geheel andere lezing" merkte Wilkinson aan. »Ik begrijp er niets van," zei Frits. »Niets meer van uwe orders, Mylord?" »Hebt gij drinkbare champagne, master Baptist?"

»En als gij dan wist hoe het mijn armen vader in Engeland is vergaan?" sprak Frits niet zonder bitterheid; en hij kon zich niet weerhouden om Wilkinson het treurig verhaal te doen van de laatste, omvangrijkste onderneming zijns vaders, en haar jammerlijken afloop!

Frits, die toch geene al te groote verwachtingen bouwde op de verzekering, dat er »alles te krijgen" was, bestelde eenvoudig boterhammen met vleesch en een halve flesch Madera; toen Wilkinson dat zag neerzetten, vond hij het ontoereikend, en sprak met een hoofdschudden tot zijn reisgenoot: »Als je zulke beschikkingen maakt, ben je een slechte woordvoerder voor mij; wat mij betreft ik heb op 't oogenblik geene behoefte; maar na 't ontbijt bij Koppelman heb ik je niets zien gebruiken, en gij hebt zeker wat meer degelijks noodig dan wat ze ons hier brengen."

Wilkinson wendde zich naar eene daarvan, maar de zwartrok verroerde zich niet om hem een stoel te geven; behalve de stalknecht, die toegeschoten was om het rijtuig en de paarden in de stal te bezorgen, nam geen mensch notitie van de reizigers.

Mes excuses, master Wilkinson!" en Pierrotain-Cham liep op een drafje weg, zijn hoed in den steek latende. Frits zelf liep hem achterna, om hem dien aan te reiken. »Nobele natuur!" sprak Wilkinson. »Jammer dat hij wat bizar en fantask is in zijne manieren," merkte Frits aan; »men komt er toe hem voor iets anders aan te zien dan hij werkelijk is."

»Verschoon mij, mijnheer! het heeft wél haast!" zei nu Frits, zich over die aandoenlijkheid heenzettende, en hem het kleinood overreikend, dat Wilkinson dan ook welgevallig aannam en met kennelijke voldoening aan alle zijden bekeek, terwijl hij sprak: »Geef nu wel acht! en ik zal u het bewijs leveren, dat dit tikkertje en ik oude kennissen zijn;" al sprekende had hij even gedrukt op een bijna onzichtbaar knopje, dat in den geciseleerden als een koord gedraaiden rand, die de zware gedreven kas omgaf, verborgen was.

Ditmaal overmande de slaap hem eer hij over de voorvallen van den drukken en belangrijken dag kon nadenken, en toen hij ontwaakte voelde hij zich naar het lichaam zoo verkwikt en versterkt, dat de geest ook er door verhelderd was, zoodat hij de ontmoeting van Wilkinson en de ongedachte wending in zijn lot, die er het gevolg van was, nu met geheel andere oogen beschouwde, dan het hem in de duizeling der eerste verrassing mogelijk was geweest.

Hij kwam zelf de orders van »Mylord" vragen. Daar hij zich in vrij vlug Fransch tot Wilkinson wendde, antwoordde deze zonder de moeite te nemen van de onjuiste titulatuur te rectificeeren. »Hebt gij goede kamers voor 't geval dat we hier blijven logeeren?" »Tot uw dienst, Mylord! Mylord zal tevreden zijn, ik weet wat heeren van rang toekomt."

»Ah! zoo! hebt gij die overtuiging," hernam Wilkinson een weinig sarcastisch, maar weer ernstig ging hij voort: »er ligt dus zooveel als een verholen wensch naar een snel en gemakkelijk einde op den diepsten bodem van uw hart; in uwe plaats zou ik het mijn naasten plicht rekenen die verborgen neiging moedig te bekampen in plaats van haar voedsel te geven, onder voorwendsel van vaderlandsliefde, want gij hebt het land niet lief, waar gij niets te verliezen, niets meer te hopen hebt, waar noch de roem, noch de fortuin uw deel zijn geworden, waar niemand u liefheeft noch betreuren zou, dit alles volgens uwe eigene getuigenis; nu moet ik u zeggen, ik die zestien jaren lang de gevaren van den oorlog te zee en te lande uit onafwijsbaar gevoel van plicht heb getrotseerd, die den dood heb zien naderen onder allerlei gedaanten, heb zien treffen onder elken vorm, dat niets, niets de ziel met zulke eene innerlijke afschuw vervult als juist dat zien komen van dien onvermijdelijken dood bij volle gezondheid en krachten, en als dan op zulk een oogenblik de stem van het geweten zich verheft en bij alles wat zij te zeggen heeft ook nog deze beschuldiging moet voegen, dat men roekeloos, eigenwillig deze verschrikkingen is tegengegaan dan...."

Het geroemde levenselixter werd weer zorgvuldig opgeborgen, en de reistasch den koetsier aanbevolen, die de Madera tot zijne beschikking kreeg. »En nu, laat ons opwandelen!" sprak Wilkinson; »wat wij elkander nog mede te deelen hebben zal het best gaan in de vrije lucht, en ik brand van verlangen om die duinen, die ik daar zoo nabij zie, eens te beklimmen." »Die nabijheid zal u bedriegen.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek