Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 19 juni 2025
Nog een bewijs van goede afkomst en opvoeding, dat echter aan de opmerkingsgave van Koppelman was ontgaan, maar niet aan die van Frits, leverden zijne handen, wel niet week en mollig als die van een leegloopenden fat, maar fijn en welgevormd en met aristocratische zorg onderhouden; men begreep het, forsch als ze waren, hadden zij zich niet ontzien om een scheepstouw aan te vatten of een zeil te reven als het nood deed; maar men moest er geen pek op zien kleven, dát was zeker een punt van zijne ambitie geweest zoolang hij in zeedienst was.
Wel had hij reeds, met het oog op zijn aanstaanden veldtocht, al zijne meubelen en schilders-benoodigdheden te gelde gemaakt, zoodat hij op andere wijze maar toch in meer eigenlijken zin den wijsgeer kon nazeggen: »dat hij al zijne bezittingen bij zich droeg." Frits kreeg nu eerst zekerheid, dat hij de schrale gastvrijheid van Baas Koppelman met nog een persoon had gedeeld.
»Ik zeg, meneer!" hervatte Koppelman met zelfvoldoening, »het kan er door: tweeërlei kaas, Edammer van de beste die we hier hebben en goede Leidsche, rookvleesch, beschuit en krentebrood, d
Inderdaad, het huis had een goed aanzien, en de Zon van Baas Koppelman, al was het een stads-logement, ondanks hare vergulde stralen en vollemaansgezicht, kon niet in de schaduw staan van het Bonte Paard, al was het wat erg een boeren-bontje! Wie buiten verkoos te zitten, zag zich door een wijd uitgespannen zeil tegen zonnehitte of regenbuien beschermd.
»Passagiers mee voor de diligence?" vroeg de conducteur, die met het leege, logge gevaarte was komen aanrijden, en zich nu even op den dorpel van de gelagkamer vertoonde. »De Engelschman zal denkelijk meegaan, maar.... hij is er nog niet!" riep Koppelman hem toe.
»Maar de koetsier heeft recht op een fooi extra, als hij er twee rijdt," sprak Koppelman, terwijl hij Frits eenig klein geld teruggaf, de bijzonderheid dat er een Hollander was die den Engelschman in het nazien van de rekening behulpzaam kon zijn, maakte hem voorzichtig en wat meer gedwee.
Eenigszins verlicht, daar hij zijne ergernis kon uitstorten aan een derde, deelde hij hem mee hoe hij teleurgesteld was, en hoe men spotte met zijn verlangen om spoedig te vertrekken; want hij was tot de onderstelling gekomen dat de kastelein met opzet allerlei uitvluchten zocht om hem op te houden; »maar," vervolgde hij nu weer in 't Hollandsch en zich tot den laatsten keerende, die rondom de tafel draaide en hen beurtelings aanzag of hij hen de woorden uit den mond wilde kijken, »maar als jij, meester Koppelman! mij nu niet binnen tien minuten een rijtuig bezorgt, dan loop ik je huis uit en bestel het bij een ander."
»Yes we are going! pay yourself," en Wilkinson wierp hem een Hollandsch bankbiljet toe, met zijne nota. Frits vroeg ook naar zijne vertering. »Dat heeft nog geen haast," gaf Koppelman ten antwoord met eene bedoeling die licht te raden was. »Het heeft haast, want ik rijd met mijnheer mee." »Zoo, dat's 'n mooie! en de kales die je besteld hebt, en die ieder moment komen kan."
Hij vloog op met fonkelende oogen en gloeiende wangen, met eene heftigheid of hij den grinnikenden Koppelman te lijf wilde.
Te zes ure, op het oogenblik zelf, dat de diligence zou afrijden, kwam een huisknecht aanloopen met een pakje dat nog mee moest. »Komt van?" vroeg Koppelman schrijvende. »Van mijnheer Verburg," antwoordde de knecht. »Voor wie?" vroeg de kastelein, die tevens de directie had over het bureau der diligence. »Voor mijnheer Rosemeijer, kunstschilder te Amsterdam, cito-cito."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek