Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 20 juni 2025


Wilkinson wendde zich naar eene daarvan, maar de zwartrok verroerde zich niet om hem een stoel te geven; behalve de stalknecht, die toegeschoten was om het rijtuig en de paarden in de stal te bezorgen, nam geen mensch notitie van de reizigers.

Voor het oogenblik echter viel er aan geen wederstand te denken; want ik bleef het koude staal tegen mijn nek en den mond van het pistool op de borst voelen; maar, toen wij allengskens wat verder in het kreupelbosch geraakten, waar ik mij met opzet als een levenloos lichaam doorheen liet sleuren, vonden zich de roovers genoodzaakt hunne moordtuigen een oogenblik van mij af te houden: Haentje om een tak af te snijden, die hem in den weg was, en de Zwartrok, om zijn hoed op te rapen, die aan een struik was blijven haken.

"Laat die gekheid varen," zeide hij, op mij aanleggende, "of het gaat er door." "Maak maar gerucht," hernam ik: "de justitie is u al op 't spoor." "Hij heeft voorden duivel gelijk ook," hernam de Zwartrok, lachende, en stak meteen zijn pistool, dat waarschijnlijk ongeladen was, weder bij zich: "maar, het zal hem weinig baten."

Nadat dit zwijgend tooneel eenige oogenblikken geduurd had, werd hij den Predikant gewaar, die aan de overzijde der stond te buigen als een knipmes. "Wie is die zwartrok?" vroeg hij zachtjes aan zijn vrouw. "St! Hendrik! dat is de eerwaarde Predikant Raesfeldius, die in uwe afwezendheid te Sonheuvel beroepen is." "Ei! zoo!

"Wat is er van je dienst, heerschop?" vroeg hij, zijn breeden vooruitpuilenden buik naar den kant van Joan wendende. "Ai mij! wat zie ik? is oe niet dat heerschop, die laatst met dien zwartrok hier ekomen zijt?" "Ik zelf!" zeide Joan: "geef mij een snede brood en een kan bier, en laat mijn paard opgezadeld worden: ik moet spoedig verder."

"Ziet! dat is gesproken, gelijk een verstandig man betaamt," zeide de Zwartrok, op den vriendelijken toon, welken een grootvader zonde aannemen ter aanmoediging van zijn kleinzoon, die hem een verjaringsgedicht was komen opzeggen: "en daar gijzelf niet rijk schijnt, zullen wij ook matig in onze eischen zijn en u nog een paar dubbeltjes overlaten om te Naarden een slok te koopen en van den schrik te bekomen."

Hier verliet de zwarte man zonder te antwoorden zijn plaats en verloor zich weldra in de menigte, gelijk ook de Predikant. "Ik verwed mijn vederbos tegen een oude beddekwast, dat die zwartrok een Arminiaan of een spion van 't gerecht is!" vervolgde Bleiswyk, zich tot den jongen onbekende wendende: "UEd. ziet dien Dominee na: ja, die is eigenlijk gebannen, maar hij wil 't niet weten.

Ze heeft daardoor met de femelarij gebroken en er een rustig sterfbed aan te danken gehad, al moest ze het zonder dominé doen; want met die uit de stad kon ze 't maar niet vinden, en de voormalige broeders van de oefeningen wilden van haar niets meer weten; maar ik zei: »Vrouwlief! daar ben je protestantsch voor, om geen zwartrok noodig te hebben bij de groote reis."

"Minnetjes," zei de ander. "Leelijkerd!" riep de geëxamineerde uit, hem in den arm knijpende. "Ik verlies mijn fijne flesch!" hernam de toehoorder; "'t zal mooi wezen als je den tweeden graad haalt." "'k Wou ik hem al had," zei de zwartrok, en opnieuw betrok zijn aangezicht. Weer ging de schel. De pedel trad de kamer deftig binnen, en kwam de kamer deftig weer uit.

En eindelijk voor dat hooge hof, eischte die zwartrok van 'n procureur-generaal, waar 'k bij laat vloeie dat 't geen kat is om zonder handschoene an te pakke en die de grooste hekel het an recidiviste : bevestiging van de straf voor Racier en zijn staf.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek