United States or Colombia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Hier verliet de zwarte man zonder te antwoorden zijn plaats en verloor zich weldra in de menigte, gelijk ook de Predikant. "Ik verwed mijn vederbos tegen een oude beddekwast, dat die zwartrok een Arminiaan of een spion van 't gerecht is!" vervolgde Bleiswyk, zich tot den jongen onbekende wendende: "UEd. ziet dien Dominee na: ja, die is eigenlijk gebannen, maar hij wil 't niet weten.

Voor burgemeesteren ontboden, verklaarden de belhamels, dat Vlooswijk een Arminiaan en een vijand van den godsdienst was, dat zij onder geen paapschen kapitein wilden staan, en dat hun eed hin niet verbond ook de vijanden der kerk te beschermen. Burgemeesteren waren inschikkelljk, gaven hun acht dagen van beraad.

Toen draaide hij mij opeens den rug toe en liep met groote stappen het slot uit." "Die arme jongen!" zuchtte Reede: "doch het heeft zoo moeten wezen!" "Is het dan wezenlijk waar, heer Baron! dat hij een Arminiaan geworden is!" "Droom je? wie heeft dat zotte praatje in de wereld gebracht?" "Dat weet ik niet, maar gisteravond was het heele dorp er vol van."

Omtrent den stillen en zachtmoedigen Hendrik won vader min gunstige berichten in: deze was door de geleerdheid en smaakvolle onderwijzing der andersdenkenden ingenomen en stond aldra voor een Arminiaan te boek.

"Niet!" hervatte de Baron: "nu, dan weet ik het: gij zijt een Arminiaan, Joan!" "Goede hemel!" riep Barbara, de handen boven 't hoofd ineenslaande; "een Arminiaan!" "En wat nog erger is, een Sociniaan!" vervolgde Reede. "Een Sociniaan! Dat verhoede de Heer!" zeide Mejuffrouw Raesfelt, met dezelfde gebaarden. "En wat het ergst van alles is, een huichelaar."

't Ware toch beter, dat hij zich niet zoo scherp uitliet tegen den wettigen magistraat. Men moet God meer dienen dan de menschen, sprak de andere kortaf en zijn buurman met wantrouwen aanziende. Dat is waar maar de vraag is of God gediend wil wezen op zulke wijze. Arminiaan! riep de andere met bitterheid. Doch hij, wien het gold, had zich reeds omgekeerd om de kerk te verlaten.

"Het verhoor heeft nu lang genoeg geduurd," zeide De Vlaere, oprijzende: "stokbewaarder!" De stokbewaarder en de dienaars traden binnen. "Breng dezen gevangene in goede verzekering. Zijn persoon is van het uiterste gewicht." "Ja! om hem alleen te plakken, dat zal bezwaarlijk gaan," antwoordde de stokbewaarder: "doch ik zal hem bij dien Arminiaan zetten, die zooeven hier geweest is."

Laat hem zoeken, zooveel gij wilt; maar gevonden moet hij niet worden! Waren al de Arminianen zoo, ik zou zelf lust krijgen, Arminiaan te worden." "Zal ik deze papieren met mij nemen?" vroeg de Fiskaal, ze willende opnemen.

Joan, de rechte laan, welke hij ingeslagen was, volgende, naderde den ruiter, groette hem beleefdelijk en wilde hem aanspreken, toen deze hem, bij 't afnemen van zijn hoed niet de gevulde trekken van Elbert van Botbergen, maar het mager gelaat van den Arminiaan Van Dyk deed herkennen. "Wat heeft dit te beduiden?" vroeg Joan, verbaasd terugtredende: "ik dacht hier...."

Van Den Haag keerde de Predikant over Leiden terug, bevond dat zijn zoon Hendrik een onverbeterlijke, verstokte Arminiaan geworden was, nam hem van de Hoogeschool af en bezorgde hem bij een koopman in edelgesteenten te Amsterdam, ten einde aldaar de negotie te leeren.