Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 7 mei 2025


Zeker, de remonstrantsche en contra remonstrantsche beroeringen waren nog steeds de question brûlante, de grootste bewegende kracht dier dagen, maar nu was er iets nieuws, dat daarmede in verband stond. Het was in October van het vorige jaar, dat Jan Klaasz. Vlooswijk, tot kapitein van een burgervendel gekozen, aan de schutters werd voorgesteld, en dat een aantal van hen weigerde hem te ontvangen.

Voor burgemeesteren ontboden, verklaarden de belhamels, dat Vlooswijk een Arminiaan en een vijand van den godsdienst was, dat zij onder geen paapschen kapitein wilden staan, en dat hun eed hin niet verbond ook de vijanden der kerk te beschermen. Burgemeesteren waren inschikkelljk, gaven hun acht dagen van beraad.

Reeds sedert den jare 1670 waren velen hier te lande niet zonder bezorgdheid geweest, dat de Koning van Frankrijk eenig kwaad opzet koesterde tegen de Republiek. Al meer en meer hadden die geruchten kracht en wichtigheid gekregen, en tegen 't einde van 1671 was de Regeering van Amsterdam zoozeer overtuigd geraakt van de noodzakelijkheid om op alle kansen voorbereid te zijn, dat zij op maatregelen bedacht was, strekkende ter verdediging der stad, de grachten van masten en hout ontledigen en de vestingwerken liet voltooien, den Kolonels aanbeval, de Schutters in den wapenhandel te oefenen en de compagniën voltallig te houden, en zich met Gecommitteerde Raden gelijk mede met de Staten van Utrecht verstond, omtrent de middelen tot tegenweer, aan de Grebbe, aan de Vecht en elders, te bezigen. Tevens was zij, bij 't besef, dat een en ander niets baten zou zonder een eminent hoofd, in wien de natie vertrouwen stelde, eene der eerste geweest om, reeds vroeg in 't voorjaar van 1672, aan te dringen op de spoedige verheffing van Prins Willem tot Kapitein-Generaal. Toen nu werkelijk, op 7 April, niet enkel Frankrijk maar ook Groot-Brittannië den oorlog aan onzen Staat had verklaard, was men hier te ijveriger aan 't werk gegaan met zich ter verdediging toe te rusten en vrijwillige dienstneming aan te moedigen, ja, hoezeer men 't een geruimen tijd tegenhield, men ging er in Juni toe over alle slooten en polders vol te laten loopen, ten einde de stad, in geval van nood, onder water zou gezet kunnen worden, welk laatste dan ook geschiedde omstreeks de helft der maand, zoodra men de tijding ontvangen had, dat de Franschen over den Rijn, en de Betuwe waren binnen gerukt. Eerlang waren Utrecht, Naarden, zelfs een oogenblik Muiden in hunne handen gevallen, en nu werd het omgelegen land, door 't inlaten van 't zeewater, in eene bare zee herschapen, de poorten dicht gehouden, de valbruggen opgehaald, de hameien gesloten: voorts twaalf compagniën gewapend bootsvolk aangenomen die, onder 't bevel van den Vice-Admiraal Isaak Sweers, de uitleggers, in 't IJ en in den Amstel gesteld werden en drie compagniën vrijwillige Ruiters, onder 't bevel van den Oud-Schepen Dirk Tulp, van den Advocaat-Fiskaal der Admiraliteit Hendrik Hooft en van den Stads-Secretaris Jan Van Vlooswijk. De knapen uit de weeshuizen, zelfs vele Doopsgezinden, hielpen mede aan 't voltrekken der wallen: in 't kort, ieder werkte mede, behalve de Joden, die verschoond werden, mits f

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek