Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
"Minnetjes," zei de ander. "Leelijkerd!" riep de geëxamineerde uit, hem in den arm knijpende. "Ik verlies mijn fijne flesch!" hernam de toehoorder; "'t zal mooi wezen als je den tweeden graad haalt." "'k Wou ik hem al had," zei de zwartrok, en opnieuw betrok zijn aangezicht. Weer ging de schel. De pedel trad de kamer deftig binnen, en kwam de kamer deftig weer uit.
Tamboerijn, bekkens en triangel, door een paar soldaten met onmiskenbaar talent bespeeld, volmaakten het orchest dat onder de over de plecht gespannen zeilen allerlei populaire danswijsjes deed hooren. Danzen ze nich arg nètjes? vroeg de bootsman, terwijl hij den kop van "leelijkerd", zijn hond, streelde. 't Is volle liefhebberij om toe zien, hé?
Dit maakte den grooten domkop wrevelig, hij zei: "wil die kleine leelijkerd mij de schooiers op het lijf zenden? Dat zal ik hem betaald zetten". In zijn dolle drift liep hij naar den weg, waar de koe van den kleinen Oege liep grazen, trok zijn zakmes en sneed het beest den hals af. Men vergelijke hiermee het begin van een door Boekenoogen, Volkskunde XIII, bl. 240, meegedeeld sprookje:
Zelf "leelijkerd" de hond van den bootsman, had daar een plekje gevonden, van waar hij met den ruigen kop op de voorpooten, met zijn verstandige oogen het schouwspel kon aanzien. Het was heerlijk weer, erg warm, maar daaraan raakt men op 11°.38 NB. en 53°.40 OL. wel gewoon.
Gelukkig nog, juffrouw, dat ze je die japon niet of-hebben angerand; dat zou een leelijkerd wezen!" En zij nam Suzette een toegespeld pak af, dat deze nog altijd stijf onder den arm hield, en lei het voorzichtig op een der matten tabouretten.
't Was eigenlijk een valsche streek, en toen hij omkeek, zag hij dat een jongen uit de buurt de dader was. Die jongen heette Klaas Zwart, en stond niet al te gunstig onder zijne kameraadjes bekend. Jan zag, hoe Klaas er om lachte, dat hij hem zoo geducht geraakt had, en hij werd er erg boos om. "Dat is valsch, leelijkerd," riep hij Klaas toe. "Jij gooit met sneeuwballen, waar een steen in zit.
Amy moest voorzichtig loopen, om de schoenen met hooge hakken, en het was een allerdolst gezicht, zooals Laurie later aan Jo vertelde, haar in dat fraaie toilet te zien voorttippelen, met Polly achter haar aan, die al zijn best deed haar na te bootsen, terwijl hij nu en dan stil stond om te lachen, of uit te roepen: "Zijn wij niet mooi? Ga weg, leelijkerd! Hou je bek! Kus me, liefje; ha, ha!"
Toen David naar huis ging, stak hij de tong tegen mij uit en fluisterde: "Weet je, ze is scheel en mottig!" En ik, die duizendmaal schrijven moest, dat die leelijkerd mijn kameraad was!! Toen ik thuis kwam zei mijn vader, dat meester mij stellig niet onrechtvaardig zou gestraft hebben, en moeder, dat het van David zeker een grapje geweest was.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek