Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 18 juni 2025


"En, die componisten?" vroeg ik, terwijl ik wees op stukken van Weber, Rossini, Mozart, Beethoven, Haydn, Meyerbeer, Herold, Wagner, Auber, Gounod en anderen, die op eene serafine van het grootste model, welke tegen een van de wanden der zaal stond, verspreid lagen.

Neen, met hetzelfde genot, waarmede thans een dilettant voor de honderdste maal de Norma, de Barbier of de Freischutz ziet opvoeren, naarmate hij een voorstander is van Bellini, Rossini of Weber, zagen wij telkenreize het tooneel, waarin Jan Claeszen zich doof houdt tegenover den huisheer, en Katrijn dezen met stokslagen betaalt; en dat andere, waarin de acteurs een voor een in de kist worden gestopt, met hernieuwd vermaak terug: ja wij waren geheel niet tevreden, indien er in het gewoon programma eenige verandering plaats had.

Hij kon soms verwonderlijk mooi spelen, mijnheer Tjilp, zoo verwonderlijk mooi, dat de meeste menschen het leelijk zouden gevonden hebben; maar zóó, dat, ik wil er om wedden, Mozart en Weber geen watten in hunne ooren zouden verlangd hebben als zij hem gehoord hadden; Zóó verwonderlijk, dat het soms net was alsof men een veel beter mensch was, soms alsof men haast lust zou hebben gehad een traan te laten glippen.

En zij ging naar de boekenkast van mijnheer den baljuw en kreeg er een boek uit, zeggende: "Daar, Weber, lees in je boek!" Dat was nu het boek van Marcus Aurelius. Daaruit las de baljuw een kapittel, als hij zich boos gemaakt had, en zoo 't heel erg geweest was, twee.

Die, welke de Jordaan, de Weber en andere rivieren er in werpen, sterven dan ook terstond; maar het is onwaar dat de dichtheid van het water van dit meer zoo groot is, dat een mensch er niet in zwemmen kan. De omstreken van het meer zijn uitnemend bebouwd; want de Mormonen zijn ver in het bebouwen van den grond.

Max Huber geloofde stellig, dat boven zijn hoofd de wals uit de Freischütz van Weber gespeeld werd! Toen John Cort, Max Huber en Khamis den volgenden morgen ontwaakten, was het nog donkerder in het woud dan anders, maar, wat den drie tochtgenooten dadelijk trof, het was niet zoo stil als gewoonlijk.

Toen de overste nader kwam, stond Fieken op het voetpad in den weg, zij ging hem een paar schreden te gemoet, reikte hem den brief toe en zeide: "Mijnheer, ik heb een brief voor u." De overste hield stil, nam den brief, zag Fieken een weinig verwonderd aan en vroeg: "Van wien, mijn kind?" "Van onzen baljuw, mijnheer Weber."

Zoo kwam dus Frits Sahlmann met den stok, en Fiek met eene kleine, aardige metworst weder voor den baljuw. "Fieken," zeide mijnheer de baljuw, haar de worst afnemende, "gij kunt nu heengaan, mijn kind! Netje!" zeide hij tot zijne lieve vrouw, en hield de worst voor hare oogen, "dat noemen wij een corpus delicti." "'t Is mogelijk, Weber, dat ze in 't Latijn zóó heet; wij zeggen er metworst tegen."

De Franschman scheen echter volstrekt niet barsch te zijn en er lag eene vriendelijke beleefdheid in zijn' toon van spreken, toen hij den ouden heer vroeg: "Neem mij niet kwalijk, ik hoorde straks in de gerechtszaal den naam "Weber;" heet gij Weber?" "Jochem Hendrik Weber," zeide de oude heer en stond zoo rechtop als een paal. "Hebt gij niet een broeder, die Adolf Diederik heet?"

Waarom Frits Sahlmann in den winter zonder parapluie in een appelboom zit; waarom hij een klein pak akten onder zijn vest knoopt en waarom mamsel Westphalen verklaart dat zij eene erge zondares is. Na eenigen tijd kwam de vrouw van den baljuw de kamer weder in en zeide: "Weber, wat beteekent dit?"

Woord Van De Dag

schapenhoedster

Anderen Op Zoek