Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 juni 2025


Ik had warentig medelijen met het arme schaap, zoo bedrukt as ze keek,... maar met dat al mot je geen honger lijen, koopman! en ik zou deur al dat praten wel heelendal vergeten van je te bedienen. Nou! ik zeg, je heit ook al een weertje op weg 'ehad! 't Zel de boeren ook rouwen, die 'erlui hooi nog niet binnen 'ehaald hebben.

"In 'n loopie?" , had ze verbaasd-suffig geantwoord: "daar heb 'k ommers nou geen tijd voor...." "Dan maak je maar tijd 't is 'n pracht van 'n weertje," had-ie prettig aangespoord. "Nee," had ze nòg eens gezegd: "eer de vate klaar binne en eer 'k de vloer heb gedweild, is de avond om...." "Nou jij máákt 'n loopie," had-ie aangedrongen.

Als hij nader kwam, zag ik dat zijn wangen zeer bleek en flets waren, onder zijn niet zeer net onderhouden baard; zijn geheele gelaat was betrokken, zijn oogen stonden dof, en toen hij mij voorbijging was het niet als anders: "lief weertje, meheer!" maar hij nam zijn hoed stilzwijgend af, en strompelde naar het plaatsje.

Hij had zijn slaapmuts nog op het kale hoofd, daar hij gewoon was die niet vóór elf uren voor zijn pruik te verwisselen. "Mooi weertje, neef Hildebrand", riep hij mij toe: "mooi weertje, al zeg ik 't zelf."

Gij weet dat was destijds een weertje naar mijn hart. De mist van buiten stemde zoo juist overeen met den mist van binnen. Gij schreeft het toe aan eene ziekelijke prikkelbaarheid van mijn temperament, en aan de dompigheid van mijne opleiding.

Ik groette beleefd en vriendelijk, zooals altoos, en zei, dat het mooi weertje was, want iets anders wist ik niet te zeggen, en Kees zei ook, dat het mooi weertje was. Verder werd er niet gesproken, want Jan was spoedig gereed om mij te vergezellen. Eerst sprak Jan ook niet, maar toen wij dicht bij den koster waren, zei hij op eens: »Ik wou, dat ik dood wasEn meteen begon hij te schreiën.

Asjeblief, lief weertje, meneer opsteken? Hij glimlachte zoetelijk en maakte de beweging van 't overreiken eener lucifer. Een kwartje van de vier! Asjeblief! lief weertje, meneer opsteken?

Alleen Japi zat daar, tuurde over de verschansing en werd deerlijk nat. "Kijk," dacht Bavink, "daar heb je waarachtig diezelfde kerel." Hij ging bij hem staan. De boot rolde en steigerde. Japi zat op z'n bankje, hield z'n pet vast en liet zich nat worden. Het duurde nog al wat, voordat i merkte, dat er iemand bij hem stond. "Lekker weertje, meester", zei Bavink.

O pardon, pardon excellentie. Ik...., ik ben...., que voulez-vous; ik.... Charmant lief weertje vandaag, charmant! Maar de warmte.... ziet-u, de hitte." Opstaande: "Phu! enfin...." "Je zult het een oud soldaat ten goede houden menheer, dat hij je den raad geeft om te denken voordat je spreekt; en, neem me verder niet kwalijk dat ik je niet langer te woord sta; ik heb hoofdpijn vandaag."

Vrouw Jansen hoorde het ook: "Er is iemand aan de deur." Men hoorde duidelijker kloppen nu, en Jansen ging opendoen. Een forsche kerel stapte binnen, en Willem Stoffels volgde zijn vriend. Zij dropen van den regen. Het weer had hen overvallen op den weg waar geen huis is. "Zwaar weertje" zeiden ze. "Is me dat iets?" Geen der vrouwen antwoordde.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek