United States or Bangladesh ? Vote for the TOP Country of the Week !


Uw laatsten brief, waarin ge zoo sympathiek over 't Javaansche volk schreeft, heb ik vele malen herlezen. Ik vind 't gewoon zalig, dat gij zoo vriendelijk over 't bruine ras, mijn volk, denkt. O, kon ik u allen toch maar hier bij ons hebben; ik zou u zoo graag veel van mijn volk laten zien.

SILVIA. Ja, ja, gij schreeft dit, heer, op mijn verzoek; Maar ik begeer het niet; het is voor u; Ik had nog meer gevoel er in gewenscht. VALENTIJN. Beveel slechts, en ik schrijf een and'ren brief. SILVIA. Zoo lees ook, is hij af, hem voor mij over; Bevalt hij u, nu goed; zoo niet, ook goed. VALENTIJN. En als hij, jonkvrouw, mij bevalt, wat dan? SILVIA. Bevalt hij u, wel, houd hem voor uw moeite.

Toerghenjeff, die bijzonder veel van hem hield en die zich zeer ongerust maakte over zijne gezondheid, schreef naar aanleiding daarvan uit Soden aan Fet: "Hetgeen gij mij van Nikolaas' gezondheid schreeft, heeft mij zeer getroffen. Kan het waar zijn dat die brave, lieve man zou moeten sterven. Waarom heeft hij niet eerder zijne traagheid overwonnen om in 't buitenland genezing te zoeken?

"Maar," vervolgde hij na even zwijgen, met een licht, heel licht-ironisch glimlachje, "je zult me wel toegeven, dat je stemming nu niet van de allervroolijkste was toen je dien brief schreeft, !.... Kom, kom, zoo denk je niet altijd over de dingen!.... Zóó beroerd heb je 't ook niet, is 't wel?.... En je eenige vrind!

Toen ik u dat rijtuig bestelde, was ik verzekerd, dat het op het bepaalde uur te Tinoset zoude aanwezig zijn." »Gij vleit mij, mijnheer Hog." »Volstrekt niet, mijnheer Benett." »Maar...." »Maar, wat?" »Gij schreeft mij, dat gij met u drieën zoudt komen." »Zeker, met ons drieën!" »En die andere twee...." »Zijn gisteravond in volmaakten welstand aangekomen." »Zoo, zoo!"

Wij vinden 't zoo mooi. 't Komt mij voor, dat zij eene vurige bewonderaarster is van Van Eeden. De grondgedachte van "'t Viooltje, dat weten wilde", vind ik in "De Kleine Johannes" terug. Vindt ge ze ook niet innig fijn, en o zoo mooi en waar gedacht en zoo prachtig weergegeven? Met belangstelling las ik hetgeen ge mij van uw protegeetje schreeft en van de armen in 't algemeen in Holland.

Ik heb je al gezegd, ik weet zoo bitter weinig, en ken niets, niets! Naast jou voel ik mij geheel in 't niet verzinken. Je bent wel goed ingelicht over de Javaansche titels. Vóór jij mij er over schreeft, heb ik nooit over 't feit nagedacht, dat ik, zooals je zegt, van "hooge geboorte" ben. Of ik een prinses ben? Evenmin als jij.

»Neen hebt gij hem gesproken?" was de wedervraag, terwijl het oog van tante Martje vol spanning rustte op haar kind. Hij knikte bevestigend. »Ik ontving verleden week een brief," hernam zij, »dien gij schreeft na uw ontmoeting met het meesterke." »En wat heeft Vader van mijn brief gezegd?" vraagde Frits met bewogen stem. Ach, waarom vraagde hij dat!

FLINK. Ik sta u borg, zoo is het, en niet anders; Gij schreeft wel vaak aan haar een brief, maar zij, uit zedigheid, Of moog'lijk wel uit tijdsgebrek, gaf zelf u geen bescheid; Of, bang, dat, zoo ze een bode nam, er niets geheim zou blijven, Heeft zij recht slim haar lief geleerd, haar liefste een brief te schrijven. Ik praat daar als een boek, want ik heb dit uit een boek.

Hier, Marcus, vouw 't verzoekschrift er om heen; Gij schreeft het als een need'rig smeekeling; En klop, als gij 't den keizer hebt gegeven, Bij mij eens aan, en meld mij, wat hij zegt. BOER. Nu, God zij met u, heer; ik zal het doen. TITUS. Kom, Marcus, laat ons gaan. Kom, Publius, volg mij. Aldaar. Voor het Paleis.