Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juni 2025
Daarom stond dan ook op den bepaalden dag te Tinoset eene oude gemakkelijke kales klaar, welker bergplaatsen behoorlijk van etenswaren voorzien waren.
»Welnu, wanneer wij te Tinoset zullen aangekomen zijn, zullen wij langs het meer Fol rijden en daarbij de plaatsjes Vik en Bolkesjö doortrekken. Daarna zullen wij Möse bereiken, vervolgens Konsberg en Hangsund en eindelijk Drammen. Wanneer wij dag en nacht doorreizen, is het niet onmogelijk, dat wij morgen in den namiddag te Christiania zullen aankomen."
Tinoset is aan het zuidelijk uiteinde van het Tinnermeer gelegen. Niet ver van dat plaatsje stort zich de Maan-rivier met een prachtigen waterval in het benedendal, waar de bruisende en schuimende bergstroom eindelijk tot kalmte komt en rustig tusschen de regelmatige oevers voortstroomt.
Daar nam hij plaats in een van die vaartuigen, van berkenschors vervaardigd, die de gemeenschap op het Tinnermeer onderhouden. Te Tinoset huurde hij andermaal een karretje, en in stede van zuidwaarts, naar den kant van Bambel, te rijden, volgde hij de wegen van het Hardangsche, teneinde de golf van dien naam langs het kortste pad te bereiken.
»Als wij aan het uiteinde van het meer, te Tinoset, aangekomen zullen zijn, dan.... maar.... zie, ik weet niet...." »Wat weet gij niet?" vroeg Sylvius Hog lachende. »Zijt gij nu al de kluts kwijt, en kunt gij mij al de tweede plaats niet opgeven? Dat is wat moois!" »Neen, dat is het niet." »Welnu, wat bedoelt gij dan?"
In de bergkloven van Tiness, van Listhüs, van Tinoset en zoovele andere wordt nimmer brood aangetroffen of, bestaat het er, dan is het zoo slecht, dat het iederen vreemdeling geraden is, het te laten staan. Het is niet meer dan een haverkoek, die »flatbröd" geheeten wordt.
Volgens ieders oordeel was mijnheer Benett zulk een onmisbaar man, dat Christiania zonder hem niet zoude kunnen bestaan. »Maar, mijnheer Hog, als ik u vragen mag," vervolgde de geachte handelaar, »hebt gij het rijtuig behoorlijk aangetroffen, waar ook weer?...." »Te Tinoset, mijnheer Benett." »Juist, te Tinoset, waar gij mij verzocht hadt, het te zenden." »Maar, mijnheer Benett, welke vraag!
»Ik weet niet, of wij te Tinoset een karretje zullen vinden, mijnheer Sylvius." »Waarom niet, vriend Joël?" vroeg professor Sylvius Hog met een glimlach. »Denkt gij dat dit hinderen zal?" »Zoo doet men steeds in dit land, mijnheer Sylvius, om geene teleurstelling te ondervinden." »Gij meent dus?...." »Ik vrees, dat wij geen paard en geen karretje zullen vinden, wat onze reis zeer zal vertragen."
Toen ik u dat rijtuig bestelde, was ik verzekerd, dat het op het bepaalde uur te Tinoset zoude aanwezig zijn." »Gij vleit mij, mijnheer Hog." »Volstrekt niet, mijnheer Benett." »Maar...." »Maar, wat?" »Gij schreeft mij, dat gij met u drieën zoudt komen." »Zeker, met ons drieën!" »En die andere twee...." »Zijn gisteravond in volmaakten welstand aangekomen." »Zoo, zoo!"
Het was ongeveer drie uur toen het lichte vaartuig van boomschors te Tinoset aankwam. Tinoset is slechts een eenvoudig gehucht, waar niet veel comfort te vinden is. Dat kon Sylvius Hog evenwel niets schelen, daar het niet in zijn plan lag, om daar, al was het ook maar een uur, te vertoeven. Zooals Sylvius Hog aan Joël gezegd had, stond een rijtuig op den oever te wachten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek