Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juli 2025


Jo en Nel en Kee bleven achter, terwijl hun vriendje op een drafje naar het kleine boerderijtje liep. Geen vijf minuten later was de jongen reeds terug. »En nou gaan we naar het boschje; daar kunnen we heerlijk spelenriep hij. »Ja, jazei Kee, »je kunt je daar zoo fijn verschuilen. Verstoppertje, dat ken jelui toch welOf Jo en Nel het kenden!

Wij moesten beiden hartelijk lachen om de grappige manier, waarop Hendrik de reden van zijn gebrek aan geld opgaf. "Welaan, vriendje," zeide mijnheer Krüger eindelijk, "dan weet ik niet beter te doen, dan je die vijftig dollars voor te schieten, en die later van je salaris te korten." "O, dan liever veertig dollars, want ik zal u zoo gauw mogelijk tien dollars van mijn twintig geven.

Maar nu het kwaad was uitgekomen, was aanstonds al mijn kracht gebroken en zakte ik, wanhopig en radeloos, in elkaar. Dat is de overweldigende macht der openbaarheid. Tot straf mocht ik dien avond niet naar het verjaarpartijtje van een vriendje. Aanstonds uitkleeden en zonder eten naar bed. Dat was een groote straf voor me, want van dat partijtje had ik me heel veel voorgesteld.

De muziekmeester hield de viool schuins voor het venster, zoodat het licht door de S-gaten viel, zag opmerkzaam binnen in de kast en mompelde, een paar akkoorden grijpende: "'t Is een aardige viool; 't lijkt mij een Kuyper te zijn, en zij klinkt goed op de D en de G. Kom, vriendje, nu ontbijten. Augusta en Barbara wachten op ons." "Waf! waf!" klonk het buiten. "Dat is Boppie, mijnheer!"

»Ik had het nooit weggegeven«, zei Nel tegen Klaas. »Och....«, zei Klaas. Toen keek hij naar de dikke, bloedroode hand van Jo. En hij voelde geen spijt, dat hij z'n liefste konijntje aan z'n vriendje gegeven had. Hij hield nog vier bonte over, en Jo had zich zoo bezeerd.... Vogelgeluk. Meneer Veenhof had een nestje gevonden.

Zoo beschouwde het althans de knecht, die, zijne redenen hebbende om iedereen te doen ontwaken, zulk een geweld op de kamerdeuren begon te maken, dat de slaap bij alle reizigers oogenblikkelijk zijne heerschappij aan den schrik en de verwarring overliet. "Zeg eens, vriendje! wat moet dat?" zei Polsbroekerwoud, de deur van zijne kamer openende.

Wat denk-je wel van me?" "Niet veel goeds, vriendje!" lachte Coenraad. "Ha, ha, dacht je nu waarlijk, dat je Coenraad te slim waart?" "Maar, beste man," riep Fulco, die zich nog altoos dom hield, "wat denk je dan toch van me? Geloof je soms, dat ik een dief ben?" "Dat weet ik niet," zeide Coenraad sarrend, "maar veel goeds had-je niet in den zin! Wat moest je anders aan mijn bed doen?"

Ik heul niet met den vijand, dat durf ik goddank openlijk verklaren!" »Kom, kom, man, geen praatjes, maar een beter soortje bier, asjeblieft!" lachte de Hopman hoonend. »Je staat met een zwarte kool geteekend, vriendje, en het is ons bekend, dat menigmaal 's avonds je roeiboot het IJ doorklieft, om naar Amsterdam te gaan. Wat heb je daar te doen?

Dat bedoel ik niet, hernam Mattia, maar wie zal ze te eten geven? en wie zal ze melken? Maak je daar maar niet ongerust over, vriendje. Mattia was door die woorden geheel gerustgesteld. Als men onze koe melkt, zeide hij met een glimlach, zou men ons dan de melk niet kunnen bezorgen? Dat zou heerlijk zijn voor ons avondeten.

»Zoo gauw ik het tijd vindzei dokter Losberne en keek in de andere kamer; ook deze leek niets op de beschrijving, die Oliver ervan gegeven had. »Ik zal je wel krijgen, vriendje.« »Zoo, zal je datsmaalde de leelijke stumpert. »Als je mij noodig hebt, ben ik hier. Ik heb hier vijf en twintig jaar lang alleen, als een gek, gewoond en laat me niet door jou wegjagen.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek