Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juli 2025


Hij stapte met krachtigen tred verder, zonder zich aan het roepen van de jongens te storen. Dicht bij de school kwamen zij Klaas Zwart tegen met diens vriendje Frans Thor. De jongens hielden niet van hen en gingen liever niet met hen om, want 't waren twee vervelende jongens.

Een jongen was bezig één van de perkjes te wieden; toen Oliver stilstond, keek de andere jongen op en Oliver herkende één van zijn vroegere kameraadjes. Oliver was blij hem te zien vóór hij wegging, want ofschoon de ander jonger was, was hij toch zijn vriendje en speelmakkertje geweest. Ze hadden samen slaag gehad en honger geleden en waren samen opgesloten, vele, vele malen.

Evenals de eerste maal, was de soep in een oogwenk verdwenen; geen glimlach speelde er meer om de lippen van de kinderen, die mij omringden; allen lachten luidkeels. Wel, vriendje, sprak de tuinman, gij zijt een goede eter.

Waarom zegt gij zoo weinig, vriendje? vroeg zij. Hij antwoordde niet. 't Ware jammer als gij uwe tong verloren hadt, want 'k had U geerne met een boodschap belast. Welke? vroeg Uilenspiegel.

Als de broertjes en zusjes dan jubelden van plezier, stond zij alleen met een onverschillig gezicht er bij. Eens op een' avond kwam Frits thuis en bedelde Vader om een zakmes. Zijn vriendje had er zoo'n mooi, hij wilde er zoo graag ook een. "Neen, mijn jongen," zei Vader, "zakmessen koopen, dat gaat maar zoo niet. Misschien later eens, op je verjaardag."

"Dat zou al heel dwaas wezen, vriendje!" gaf ik ten antwoord. "Die menschen zouden ons dan voor vijanden aanzien en op ons schieten. Ik ben overtuigd, dat het aanhangers van Mataafa zijn, zooals de meesten der Samoaners, die in dit gedeelte van het eiland wonen. Dezen zijn ons, Duitschers, genegen en zullen ons zeker geen kwaad doen, als zij zien, wie wij zijn.

Algemeen stond hij bekend als een pochhans, die wel heel veel wist te vertellen van zijn heldendaden in Indië, maar die er zooveel bij jokte, dat hij door niemand werd geloofd. En Frans jokte ook niet zoo'n beetje. Al spoedig had hij op het dorp geen vriendje meer kunnen krijgen, en daar Klaas Zwart in hetzelfde geval verkeerde, liepen ze meestal samen. En ze deden gewoonlijk niet veel goeds.

Jan Vos en Piet van Dril waren bij hem op visite, en Anneke had anijsmelk gekookt, tot groote vreugde van Jan, die zijn vriendje Karel ook bij zich mocht hebben, en bizonder veel van anijsmelk hield. 't Was een recht prettige avond, want de drie oude vrienden zaten te praten over hunne kinderjaren, en de twee jongens luisterden met open mond naar hetgeen er verteld werd.

"O, petemoei, dat is niet moeielijk! Men moet den goeden God gehoorzamen en alle menschen liefhebben, zooals Hij." "Dat is al iets. Maar ik heb zoo'n idee, dat dit toch niet voldoende zal wezen om 't kameraadje van zoo'n geleerden bol te zijn." "Ga eens mee, vriendje," vervolgde zij, zich tot den jongen wendend.

"Hier brengen wij je een jongeling," zei een van de ruiters tot deze schoone engel der duisternis en zich vervolgens tot mij wendende en ziende dat ik geheel bleek en ontdaan was van schrik, zeide hij: "Vriendje, je behoeft voor niets bang te zijn, er zal je geen leed hoegenaamd geschieden.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek