Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 2 juli 2025


"Ieder zijn vak!" zei Krisje; zoodat mevrouw bij het tweede gelui terwijl ze zich steeds met haar waaier zocht te verkoelen opstond; iets van "die booien!" prevelde, de gang betrad, en de voordeur die voor een tochtje was opengelaten naderende, al spoedig voor den angstigen Geurt stond. "Wat wil je zoo haastig vriendje?" vraagde mevrouw.

"Ik bèn werkelijk over mijn tijd." "Zoo?" herhaalde Scrooge. "Ja, dat zou 'k ook gelooven. Kom es even hierheen, alsjeblieft." "Het is maar eens in 't jaar, meneer," pleitte Bob, uit het hokje komend. "Het zal niet meer gebeuren. Ik heb gisteren een beetje te veel pret gemaakt, meneer." "Nou zal ik je es wat vertellen, vriendje," zei Scrooge. "Ik wil iets dergelijks niet langer dulden.

Zij barstten in lachen uit op het hooren van mijn verhaal, dat mijn onnoozelheid duidelijk aan den dag legde en een van hen zei mij: "Wees gerust, vriendje, kom met ons mee en vrees niets, we zullen je in veiligheid brengen." Bij deze woorden deed hij mij achter op het paard stijgen en wij drongen dieper het bosch in.

Ik mag tot mijn geluk zeggen, dat ik als twaalfjarig onderwijzer een vriendje bleef van mijn oude schoolmakkers en geen collega werd van de heeren. Met de jongens ging ik trouwer om dan met de verschillende overzichten van Holst, en boven het leeren koos ik het spelen. Dat waren voor mijn toekomst geen ongunstige teekenen.

Vriendje," voegde hij eraan toe, terwijl hij zich wendde tot den witkiel, die achter hem was blijven staan en aan zijn draagzeel een aantal voorwerpen had hangen, waarvan de concierge niet precies begrijpen kon, wat het waren, "zet dat maar neer in de vestibule en ga dan op mijn vroegere kamers halen wat er nog aan kostbare meubels en kunstvoorwerpen over is."

Capi, kom hier, vriendje, en wees nu eens vriendelijk, als je blieft het zijn beschaafde wezens, die ik altijd zoo beleefd mogelijk toespreek wees thans zoo goed, aan dat jonge mensch, die u met zulke groote oogen aanstaart, te zeggen, hoe laat het is.

De wreede dag doet ons genade. Heel aan het eind van den Klaagmuur, ver van den voorzanger af, ga ik zitten op de stoep van het huis van Hassan. Ik ben zoo moede. Een lange dag. Een wreede dag. De kleine Hassan komt ook buiten. Hij kan nu niet spelen op de straat naast den Klaagmuur met den kleinen manken Mohammed, zijn vriendje. Het is er zoo vol. Niemand kan zich bewegen.

Ons vriendje herkende wel in 't algemeen den omtrek en vorm der landen, maar vond er geen der geographische verdeelingen, waaraan zijn oog gewend was, op terug. "Waar zijn wij?" vroeg hij aan de fee. "In 't hartje van Afrika, kind, in het meest beschaafde land, dat er op dit oogenblik op de aarde te vinden is. Deze zaal is een der schoollokalen van dat land. Je ziet mij verbaasd aan!

"Zou ik handelen en mij zelf overwinnen, om te zien wat er in dezen te doen viel. Gij ziet op tegen den strijd, dien u wacht, tegen de bezwaren, die uwe rust gaan verstoren, ziedaar alles; en nu meent gij eene grootsche daad te doen met het hoofd af te wenden en uw gewonen weg te gaan, of er u geen nieuwe plichten waren opgelegd. Mis, vriendje!

"Ik dank u, vriendje!" zeide ik, na hem ter loops te hebben aangezien: "ik heb niets noodig!" en om hem zooveel mogelijk te toonen, dat ik geen plan had mij verder met hem op te houden, draaide ik mij van hem af, en, de ellebogen op de tafel plaatsende, ondersteunde ik mijn hoofd met beide handen, in de houding van iemand, die niet verlangt gehinderd te worden.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek