Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juli 2025
Velen hebben de geschiedenis al verteld, die smartelijk is van het begin tot het einde, van Mooi-Ann van Velp en den jonker bij Biljoen. In den zomer, als de boschbessen vol en zwart zijn, trekken de vrouwen en meisjes erop uit, om deze te plukken, en ze vergaren de rijpe vrucht in karren, waarmede ze naar de steden rijden.
Zèg, je rookt 'n ander merk sigarette, maar de lucht is niet slecht, al ben ze erg zwaar ... 't Is geen affront hè, a'k 'm maar weggooit, 'k wor er in ééne dronke van ... Misschien is 't ook van de herinnering an háár dood, da'k me nou zoo draaïerig voel ... 't Was me eenige, al had ik haar na de Commune niet meer gezien ... Me ziel en me gewete, omda'k as atheïst niet zegge wil: me God ... 'k Laat nooit 'n steek valle; wat 'k ben, ben 'k stijf ... Dat kan de wereld juist niet verknoerste van 'n armoedzaaier zooals ik ... Wou ik buige, wou ik kniele, 'k reed met de vier ... Van 't voorjaar nog op dat rijke buite bij Velp ... die beeldschoone maagd, die gravin ... Maar 'k sting in eene op uit 'r omarming, schud me los, en roep: "edelvrouwe, gij drukt de baarlijke duivel an uw teedere boezem, mijn tong sterft af, werp ik uit as 't verdorde lid, zoodra ik maar 't eerste woord bid ..."
U woont allerliefst daar op den Scheveningschen weg. O zeker. Zij zag eensklaps, dat zij onbeleefd van koudheid was en dit wilde zij niet, ook al was hij haar antipathiek. Zij vleide zich achteloos wat achterover; ze vroeg blankweg, zonder eenige belangstelling, geheel voor de conversatie: Heeft u veel familie in den Haag? Neen; mijn ouders wonen te Velp en mijn familie meerendeel in Arnhem.
Nauwelijks hoorbaar zeide ze: "Ja ge zijt de heer bij Biljoen." "Goed maar nu moet ik jouw naam ook weten." "Men noemt me Ann van Velp." "Mooi-Ann van Velp zal ik je noemen. Mooi-Ann! wil je met me meegaan, en op mijn kasteel wonen?" "'t Past mij niet, om met u mee te gaan. Ben ik niet maar een arm meisje?" De heer bij Biljoen richtte zich rechtop, en schuw bezag ze hem.
Hoe goed schetst hij ons Zierikzee, dat geen doode stad is en dat in zijn zomerdorp in de buurt, het liefelijke Schuddebeurs, een zeeuwsch »Velp« zich heeft veroverd!
»Dit geredde kind is sedert naar Nederland overgevoerd, hier te lande opgevoed, thans een persoon tusschen de 60 en 70 jaren, een der voornaamste inwoners van Velp bij Arnhem, en sedert verscheidene jaren wethouder der gemeente Rheden.
Coba en Bobi hadden genoeg om te leven zonder hem, God zou hen troosten, de tijd heelt alle wonden. Dat was een wandtekst van z'n tante in Velp. 't Was lente. Het leek nog winter, maar 't was lente. Het sneeuwde nog wat in die dagen, 't was nog wat koud en 't vroor nu en dan, maar dat was maar een aardigheidje en zoo erg niet gemeend.
Ze zou vast z'n boek lezen, hopen op een presentexemplaar, wachten of 't in de portefeuille zou komen. En er van willen schrikken, maar dat niet durven als allerlei menschen 't geprezen hadden. Hij zag zichzelf al circuleeren in de portefeuille in Velp, 't was wel de moeite waard. "En wat dan nog?" dacht Dora. De sneeuw had ze weer zien smelten en de knoppen wat grooter worden.
Hij had een week bij haar zullen logeeren in Velp, waar zij tegenwoordig stil leefde, de zaak had ze verkocht. Maar hij kon niet weg, als een heusche heer. 's Zondags las i thuis de mail, om toch maar vooral niet te denken en als er visite kwam, zei Coba: "Ik geloof uit Shanghai, is 't niet Shanghai, Eduard?"
In het kleedermagazijn van zijn vader speelde hij met vriendjes na schooltijd reeds komedie en toen hij later op kostschool te Velp kwam, studeerde hij met zijn kameraden een eigen geschreven drama over het Schrikbewind in, zelf als #Robespierre# optredend, welken bijnaam hij bij de Velpenaren langen tijd behield.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek