Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


Ik heb den sleutel." Thénardier wees met zijn vinger op Marius. Hij vervolgde: "Ik ken u niet, maar wil u helpen. Gij moet een vriend zijn." Jean Valjean begon te begrijpen. Thénardier hield hem voor een moordenaar. Thénardier hernam: "Luister, kameraad. Gij hebt dien man niet vermoord zonder zijn zakken te onderzoeken. Geef mij de helft, en ik open de deur."

Thénardier scheen in sombere gedachten verzonken te zijn; de gevangene verroerde zich niet. Evenwel meende Marius nu en dan, sinds eenige oogenblikken, een zacht gerucht van den kant des gevangenen op te merken. Eensklaps richtte Thénardier het woord tot den gevangene: "Luister, mijnheer Fabre, 't is even goed, dat ik 't u dadelijk zegge."

Gij zijt een moordenaar! Ik heb u gezien, Thénardier Jondrette, in het vervallen huis op den boulevard de l'Hopital. Ik weet genoeg van u om u naar het bagno te zenden, en zelfs verder, zoo ik wilde. Ziedaar hebt ge duizend francs, spitsboef die ge zijt." En hij wierp Thénardier een bankbiljet van duizend francs toe. "Ha!

Hij had zijn strategie moeten wijzigen, zijn stelling verlaten, van front veranderen; maar niets gewichtigs was nog in gevaar, en hij had vijfhonderd francs in zijn zak. Bovendien had hij iets beslissends te zeggen, en zelfs tegenover dien baron Pontmercy, die zoo goed ingelicht en zoo goed gewapend was, gevoelde hij zich sterk. Voor lieden als Thénardier is ieder gesprek een gevecht.

Hij had het huis gehuurd onder den naam van Fauchelevent, rentenier. Met al hetgeen reeds vroeger verhaald is, zal de lezer Jean Valjean gewis eerder herkend hebben dan Thénardier zulks deed. Waarom had Jean Valjean het klooster van Klein-Picpus verlaten? Wat was er gebeurd? "Er was niets gebeurd."

Plotseling ging hij met Cosette in dicht kreupelhout, waar beiden onzichtbaar waren. "Verduiveld!" dacht Thénardier, en hij versnelde zijn schreden. De dichtheid van het houtgewas had hem genoopt hen meer te naderen. Toen de man in het dichtste hout was, keerde hij zich om. Thénardier trachtte zich vergeefs achter de takken te verbergen, hij kon niet verhinderen dat de man hem zag.

Met de kinderen zou ook de rente begraven zijn. Maar Magnon zocht een redmiddel. In deze geheimzinnige vrijmetselarij van het kwaad, waartoe zij behoorde, weet men alles, bewaart men elkanders geheimen, en helpt elkander. Magnon had twee kinderen noodig, vrouw Thénardier had er twee, van hetzelfde geslacht, van denzelfden leeftijd.

"Ja," zei de man; en zijn bijl in een hoek zettende, volgde hij vrouw Thénardier. Terwijl zij zich verwijderden stak Thénardier het hoofd door de half geopende deur en riep in de gang: "Verlies vooral den brief niet! Denk er aan, dat ge tweemaal honderd duizend francs bij u hebt." Vrouw Thénardier antwoordde met hare schorre stem: "Wees gerust; ik heb hem goed geborgen."

Misschien hebben de lezers, sedert haar eerste verschijning, nog eenige herinnering van deze groote, blonde, roode, vette, vleezige, vierkante, zware en vlugge vrouw Thénardier behouden; zij had iets, wij hebben 't reeds gezegd, van het ras der wilde, kolossale vrouwmenschen, die op de kermissen het hoofd krommen onder het gewicht der aan heur haarvlechten gehangen keisteenen.

Vrouw Thénardier, Eponine, Azelma waren als zoovele beelden. Zelfs de drinkers hielden een oogenblik op. Er heerschte een plechtige stilte in de herberg. Vrouw Thénardier, versteend en sprakeloos, begon weder gissingen te maken: Wie is deze oude? is hij arm? is hij millionair? Misschien beiden, namelijk een dief.

Woord Van De Dag

zelenika

Anderen Op Zoek