Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
Ik moet u vooreerst een opmerking mededeelen, die ik maakte, namelijk, dat ge nog niet den minsten kreet geslaakt hebt." Thénardier had gelijk, dit was werkelijk het geval, schoon het aan Marius in zijn verwarring ontgaan was.
Al deze kramen waren, in afwachting der inwoners die naar de middernachtmis zouden gaan, met kaarsen in papieren lantaarns verlicht, 't geen, zooals de schoolmeester van Montfermeil zeide, die op dit oogenblik in de herberg van Thénardier zat, een "tooverachtige uitwerking" deed. Daarentegen zag men geen enkele ster aan den hemel.
En van onder zijn gescheurden kiel een grooten sleutel half latende zien, voegde hij er bij: "Wilt ge zien hoe de sleutel gemaakt is? Zie." Jean Valjean was verstomd, zelfs in dien graad dat hij aan de werkelijkheid van hetgeen hij zag twijfelde. 't Was de Voorzienigheid die hem in een afgrijselijke gestalte verscheen, en een beschermengel die in de gedaante van Thénardier uit den grond kwam.
"Gij hebt gelijk, Thénardier, hij mag dit wel betalen," mompelde de vrouw, aan de pop denkende, welke hij in tegenwoordigheid harer dochtertjes aan Cosette had gegeven, "'t is niet meer dan billijk; ofschoon wat veel. Hij zal 't niet willen betalen." Thénardier antwoordde met zijn koelen glimlach: "Hij moet betalen." Deze glimlach was de hoogste uitdrukking van zekerheid en gezag.
"Ha, ik betrap u!" riep zij. "Is dat breien? Ik zal u met de karwats leeren breien." De vreemdeling wendde zich tot vrouw Thénardier, zonder zijn stoel te verlaten. Glimlachend, schier bedeesd zeide hij: "Och, madame, laat haar spelen."
De man wierp hem een wrevelen blik toe, schudde het hoofd en zette zijn weg voort. De herbergier volgde hem. Zoo deden zij twee- of driehonderd schreden. Eensklaps keerde de man zich weder om. Hij zag den herbergier. Ditmaal zag hij hem met zulk een dreigenden blik aan, dat Thénardier het "onnoodig" oordeelde verder te gaan. Hij keerde terug. Jean Valjean was niet dood.
En, nu ik zoo goed ben geweest u dat alles te zeggen, nu moet er een einde aan komen; ik moet geld hebben, veel geld, ontzettend veel geld, of ik verdelg u, voor den d.....!" Marius had weder eenige macht op zich zelven gewonnen en luisterde. De laatste mogelijkheid van twijfel was verdwenen. 't Was wel degelijk de Thénardier van het testament.
Zijdelings, zonder zich tot hem te wenden, sprak zij tot hem: "A propos, ge weet dat ge mij iets beloofd hebt." Marius tastte in zijn zak. Hij bezat niets ter wereld dan de vijf francs voor Thénardier bestemd. Hij nam ze en legde ze in Eponines hand. Zij opende de vingers en liet het muntstuk ter aarde vallen, terwijl ze hem met een somberen blik aanzag, en zeide: "Ik wil uw geld niet."
Hij dacht er zelfs niet aan, haar van het nachtelijk avontuur in de woning van Thénardier te spreken, van de branding met het gloeiend ijzer en van de vreemde houding en zonderlinge vlucht haars vaders.
't Werd thans waarschijnlijk, dat deze werkman en de heer Leblanc dezelfde waren. Hij vermomde zich dus? Deze man had een heldhaftige en een dubbelzinnige zijde. Waarom had hij niet om hulp geroepen? Waarom was hij gevlucht? Was hij de vader van het meisje, ja of neen? was hij eindelijk inderdaad de man, dien Thénardier had gemeend te herkennen? Had Thénardier zich kunnen vergissen?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek