Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 juni 2025


Sedert eenige oogenblikken scheen de heer Leblanc al de bewegingen van Thénardier in 't oog te houden en te volgen, die, door zijn woede verblind en bedwelmd, heen en weder door het dievenhol liep, in het volle vertrouwen dat de deur goed bewaakt werd, in het bewustzijn dat hij een weerloos man in zijn macht had en zij negen tegen één waren, zelfs aannemende dat vrouw Thénardier slechts voor één man telde.

De man opende de portefeuille en nam er, niet een handvol bankbriefjes, zooals Thénardier verwacht had, maar een klein papiertje uit, dat hij losvouwde en den herbergier aanbood, zeggende: "Ge hebt gelijk. Lees dus." Thénardier nam het papier en las: M. sur M. den 25 Maart 1823. "Mijnheer Thénardier, "Geef Cosette aan brenger dezes over. Men zal u alle kleinigheden betalen.

't Was een buit, die men niet mocht terughouden. Thénardier, door Jean Valjean in zijn plaats naar buiten te zenden, gaf aan de politie een prooi, bracht haar van zijn spoor, deed zich zelf door een gewichtiger zaak vergeten; beloonde Javert voor zijn wachten, 't geen een spion immer streelt, verdiende dertig francs en rekende er op, dat hij, ten gevolge dezer afleiding, zou ontsnappen.

Thénardier warmde zijn voeten. De gevangene was weder geheel zwijgend. Een akelige stilte was op het woest gerucht gevolgd, dat eenige oogenblikken te voren in het vertrek heerschte. De kaars, wier pit niet gesnoten was, verlichtte nauwelijks de holle ruimte, het vuur in het fornuis was verdoofd, en al deze gedrochtelijke hoofden vormden wanstaltige schaduwen op de muren en de zoldering.

Zoo hij zijn pistool loste, was de heer Leblanc gered en Thénardier verloren; zoo hij het niet loste, was de heer Leblanc geofferd, en, wie weet? Thénardier ontsnapt. Den een in 't ongeluk storten of den ander doen vallen? Aan beide kanten wroeging. Wat te doen?

Marius zag hem strak in het gezicht: "Ik ken uw buitengewoon geheim, evengoed als ik den naam van Jean Valjean kende, evengoed als ik uw naam ken." "Mijn naam?" "Ja." "'t Is niet moeilijk, mijnheer de baron. Ik heb de eer gehad hem u te schrijven en te zeggen. Thénard." "Dier." "Wat?" "Thénardier." "Wie? Hoe?"

Men begrijpt dat het woord "herbergier" hier in beperkten zin is gebezigd en zich niet over een geheele klasse uitstrekt. In ditzelfde jaar 1823 had Thénardier ongeveer vijftienhonderd francs dringende schulden, 't geen hem zeer bezorgd maakte.

"Met achting heb ik de eer u te groeten. "Fantine." "Ge kent deze handteekening?" hernam de man. 't Was wel degelijk Fantines handteekening. Thénardier herkende haar. Er was niets tegen in te brengen. Hij gevoelde een dubbele, hevige spijt, vooreerst dat zijn hoop op buit verijdeld was, en ten tweede van geslagen te zijn. De man voegde er bij: "Ge moogt dit papier te uwer verantwoording behouden."

't Zou voor haar een onuitsprekelijk geluk zijn geweest, zoo zij in dezen nood haar dochtertje bij zich had gehad. Zij dacht er wel aan, het te laten komen. Maar hoe! zou zij het kind in haar armoede doen deelen! bovendien was zij Thénardier geld schuldig. Hoe hem te voldoen? en de reis! hoe die te betalen?

Zoodra hij weg was, nam vrouw Thénardier de gelegenheid waar, Cosette onder de tafel een geweldigen schop te geven, die het kind luid deed schreeuwen.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek