Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 mei 2025


"Ge hebt gelijk," zei vrouw Thénardier, "zoo het dier niet gedronken heeft, moet het drinken." En een blik om zich slaande: "Nu, waar is ze?" Zij bukte en ontdekte Cosette stijf aan 't andere einde der tafel, schier onder de voeten der drinkers. "Wilt ge komen?" riep vrouw Thénardier. Cosette kwam uit den hoek, waarin zij zich verborgen had.

Vertrek morgen met uw dochter naar Amerika; want uw vrouw is dood, schandelijke leugenaar. Ik zal 't oog houden over uw vertrek, bandiet, en ik zal u alsdan nog twintigduizend francs geven. Laat u elders hangen!" "Mijnheer de baron," antwoordde Thénardier tot den grond buigend, "eeuwige dankbaarheid."

De heer Leblanc scheen van wederstand te hebben afgezien. Men doorzocht hem. Hij had niets bij zich dan een lederen geldbeurs, waarin zes francs, en zijn zakdoek. Thénardier stak den zakdoek bij zich. "Hoe, geen portefeuille?" vroeg hij. "Noch horloge," antwoordde een der "stokers."

Het was, zooals we hebben gezegd, haar eerste liefde; ze had zich aan dien Tholomyès overgegeven als aan een echtgenoot, en het arme meisje had een kind. Te Montfermeil, nabij Parijs, was in het eerste vierde deel dezer eeuw een soort van kroeg, welke thans niet meer bestaat. Deze kroeg werd gehouden door de echtelieden Thénardier, man en vrouw, en was gelegen in het Bakkerssteegje.

Deze wekelijksche vijf francs waren een dubbel raadsel, voor Courfeyrac, die ze gaf, en voor Thénardier, die ze ontving. "Tot wien gaan ze?" dacht Courfeyrac. "Van wien komen ze?" vroeg zich Thénardier af. Overigens was Marius bedroefd. Alles was wederom als in een valluik voor hem verdwenen.

Zij scheen te wachten, tot men haar te hulp kwam. "Ga toch!" riep vrouw Thénardier. Cosette ging. De deur sloot zich achter haar. De rij kramen strekte zich, zooals men zich herinnert, van de kerk tot aan de herberg van Thénardier uit.

O, ik zal hem wedervinden! Om Thénardier werkelijk te vinden zou Marius zeker een zijner armen, en om hem aan de armoede te ontrukken zeker al zijn bloed wel hebben veil gehad. Thénardier te zien, hem een dienst te bewijzen, tot hem te zeggen: "Gij kent mij niet, maar ik ken u wel. Ik ben er; beschik over mij," dat was Marius' liefste en heerlijkste droom. Marius was nu twintig jaren oud.

De man ging met het kind het bosch in, en liet den herbergier verbluft staan. Terwijl zij voortgingen, beschouwde Thénardier de breede eenigszins gewelfde schouders en de grove vuisten van den man. Toen viel zijn blik op zijn eigen tengere armen en magere handen. Ik ben toch zeer dom geweest, dacht hij, dat ik mijn geweer niet heb medegenomen, daar ik op de jacht ging.

Vrouw Thénardier verwaardigde zich te antwoorden: "Wel, kousen breien, kousen voor mijn dochtertjes, die er om zoo te spreken geen hebben en welhaast barrevoets zouden gaan." De man aanschouwde de naakte, roode beentjes van Cosette en hernam: "Wanneer zal zij dit paar kousen gereed hebben?" "Zij heeft er minstens nog drie of vier dagen werk aan, die luie meid."

Eindelijk zou hij de schim van den kolonel van dezen schandelijken schuldeischer verlossen, en 't was hem alsof hij de gedachtenis zijns vaders uit de gijzeling ging bevrijden. Behalve dezen plicht rustte een andere op hem, namelijk, zoo mogelijk, de bron des fortuins van Cosette op te sporen. Daartoe scheen zich de gelegenheid aan te bieden. Misschien wist Thénardier iets.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek