Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 oktober 2025
Hm!... dien suffen bochel heb ik dan op den koop toe; maar 't is misschien toch de wijste weg, hè! hè! hè! hè!" Hij lacht en schurkt zijn schouders heen en weer. "Ik trouwen. 't Is zot, erg zot, maar toch de beste weg; ik heb meteen iemand, die den boel aan kant kan houden; en als zij sporreling maakt, dan..." hij slaat met de hand door de lucht. "Hè! hè! hè! hè! 't is een goed idee.
"Ja," zei Jo, haar wenkbrauwen samentrekkende, "dat is het juist; ik heb nu zoolang over dit eene ding zitten suffen, dat ik niet meer weet of het goed, slecht, of middelmatig is. Het zal mij goed doen, als onbevooroordeelde, onpartijdige menschen er eens een blik in slaan, en mij zeggen, wat zij er van denken."
Zij bracht me onmiddellijk een half suffen bothobbelaar voor den geest, die behebt met pokputjes en bruin van vel, aan de vischmarkt met den naam van "Janus liplap, de spons" werd aangeduid. De aanblik van die trits aanminnige vrouwen maakte mij somber, want ik dacht, zijn dat nu menschen naar Gods beeld geschapen? Waar moet ik heen met mijn geloof?
Plotseling voelde hij een forschen slag op zijn schouder, en een vroolijke stem, die aan een langen man met een sterk sprekend gelaat behoorde, riep: »Zoo ouwe jongen, wat sta je daar te suffen?" »Ben jij het, Liskey?" zeide Marling, den lange de hand reikend: »Kom binnen!" Hij ging Liskey voor en bracht hem in de huiskamer, waar op dit oogenblik niemand was.
Waarom Dodo, toen zij hem een half uur later in de provisiekast vond, hem bijna dooddrukte in een teedere omhelzing, in plaats van te knorren over die ongehoorzaamheid, en waarom zij deze nieuwe wijze van behandeling voortzette door de onverwachte gift van een beschuit met bessengelei, was een van de raadsels, waarover Demi's klein verstand bleef suffen, doch dat hij onopgelost moest laten.
O, de bohemien-vrijheid van zijn zwervend scharrelaarsleven in Amerika, dat losse, dat ongegeneerde, nu zijn vestjeszak vol geld, dan niets, totaal niets! Hij had er heimwee naar: het geleek hem een benijdenswaardig leven van onbezorgde bandeloosheid, bij zijn tegenwoordig bestaan van rijk suffen en laagheid. Wat was hij veranderd!
Nele is ver van hier, te Damme, zuchtte Uilenspiegel. Terwijl hij steeds op de hurken zat en de hagel duchtig nederviel, liep een jonge, lieftallige vrouw voorbij, die heuren rok over heur hoofd had geslagen om zich voor den hagel te beschutten. He, sprak zij, wat zit gij daar onder dien boom te suffen?
De kinderen sliepen. Meleken en Vaprijsken waren ook reeds naar bed. Smul zelf was reeds lang naar zijn paardenstal terug en Rozeke zat nog alleen in de keuken te suffen en te peinzen. Al haar vroeger leed kwam kwellend weer in haar op; het welde langzaam op, als uit een diepe, diepe bron, het eene na het andere, o, reeds zooveel! Voor 't eerst sinds al die laatste dagen leefde de herinnering aan Alfons intens weer in haar ziel; en 't was alsof de bron van al haar droefheid zich van lieverlede tot een zee van smart uitbreidde, waarin zij dreef en worstelde, gelijk een hopelooze drenkelinge zonder reddingsboei. Alles, o,
Overdag haat ik die groote steenen gevangenis, die muren aan alle zijden, die gore, roodbruine muren, waarbinnen de gladde, netjes-aangeharkte, gelikte kniezerige lapjes grond suffen, die de impressie geven van propere burgermenschen op een propere visite van advocaat, rozijnen op brandewijn, oudbakken koekjes en groene zeep.
Op zijn kamer viel hij dadelijk op een stoel neer, een rechten, stoel die aan den muur stond , bleef voorover zitten suffen.... Totdat zijn rug hem pijn ging doen van 't lang gebukt zijn, zijn leden stijf en doof en klopperig waren, een drukking op zjjn hoofd het denken haast onmogelijk maakte.... Hij stond den volgenden morgen zeer laat op.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek