Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
"Ik weet het niet, waarachtig niet, lieve beste Joan! Maar," vervolgde de Baron na eenige oogenblikken stilte, "van wien hebt gij toch gehoord, dat gij mijn zoon niet zijt?" "God zegen mij!" gilde Joan opspringende: "zijt gij mijn vader niet? Heb ik dan noch vader noch moeder! O ik ongelukkige!" "Geene anderen dan God in den Hemel, beste jongen!" zeide de Heer van Sonheuvel, snikkende.
"Mijnheer van Botbergen!" zeide Reede, die al dien tijd had zitten stampvoeten en op zijn mouwen bijten van kwaadheid: "ik kon voor den goeden Bouke geen partij kiezen tegen iemand, dien ik op mijn eigen slot als gast ontvang; maar bij mijn zaligheid! zoo UEd. elders dan op het huis te Sonheuvel in mijn bijzijn kwaad had gesproken van mijn goeden Joan, ik had u mijn roemer op 't aangezicht aan stukken geslagen!"
"Van Dyk.... Eugenio...." stamelde Velasco, hoe langer hoe meer in de war: "nu ja, gij zijt dan toch die jongeling, die bij den Heer Van Sonheuvel is opgevoed...." "En die thans," vervolgde Joan, "de bevestiging komt vernemen van een verhaal, mij onlangs gedaan, dat ik de zoon zou zijn van uw overleden broeder." "Juist," hernam Velasco: "dezelfde: doch, neem plaats!"
Vaôder moge zooveel hum wil, spreken van zijn ongelijkelijke Mevrouw van Nassau, ik zeg maôr, dat onze lieve Freule van Sonheuvel gaôr zoo goed is." "Woont uw vader bij de Gravin van Nassau?" vroeg de jonkvrouw met eenige bevreemding: "dat heb ik nooit geweten." "Dat is te zeggen, Elskes vaôder, Feurich, die dient er als koetsier."
Het leed niet lang, eer de Predikant boven kwam: hij trad met een ongemeene plechtigheid de slaapkamer in: een nieuwe kalot bedekte zijn hoofd, en de Zondagsche rok versierde zijn leden: met den grootsten ernst sloot hij de deur achter zich toe, klemde den hoed met den linker-elleboog stijf tegen de borst aan, liep recht op den Baron toe, leunde de twee duimen op de tafel, zag den Heer van Sonheuvel vlak in 't gezicht en zeide vervolgens: "gij zijt als een Christen verplicht, Joan alles te zeggen."
"Dan zoudt gij u schamen, nietwaar, dat men u in een vertrouwelijk gesprek zag met de kamenier der Freule Van Sonheuvel? Zoek u niet te verontschuldigen: ik ken sedert lang dat ijskoud hart, hetwelk zich alleen voor het eigenbelang opent: ik weet, dat gij u zelven tot het eenige doel maakt van al uw wenschen, verwachtingen en handelingen."
"Zot! zou hij niet op Sonheuvel zijn gebleven, indien hij geen kwade consciëntie had bezeten? Zou hij dien vervloekten Jezuïet wel verlost hebben, indien zij geen maatjes waren geweest?" "Praatjes! dat hij hem verlost heeft is nog zoo zeker niet.
Deze haastte zich, het huishouden op te breken, Amsterdam, dat hem niets dan smartelijke herinneringen gaf, te verlaten en zich weder op zijn kasteel van Sonheuvel te vestigen, gedurende den tijd, dien hij niet in het leger doorbracht. Inmiddels had hij zich met vaderliefde gehecht aan den kleinen vondeling, wien hij den naam van Joan had gegeven.
Den Predikant Raesfelt zullen wij uit het vervolg dezer geschiedenis nader kennen leeren: het zij ons, met besparing van verdere uitweidingen over 's mans begaafdheden en karakter, alleen vergund hier aan te merken, dat hij, sedert kort op het dorp Sonheuvel beroepen zijnde van Ransdorp, waar hij tot dien tijd gestaan had, op zijn reize door Amsterdam zijner nieuwe Vrouwe een beleefdheidsbezoek was komen geven.
"Ik dank u," zeide de kamenier: "de Baron van Sonheuvel alleen heeft het recht, mijn diensten te betalen: aan anderen bewijs ik die zonder loon." Dit zeggende wees zij het geld met een trotsche wending af, doch op datzelfde oogenblik ontdekte zij den Jezuïet, die zich bij haar komst achterwaarts begeven had, en gaf een gil.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek