Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juli 2025
"Duizendmaal dank, mijnheer!" zeide Joan, rood van blijdschap wordende. "Zie eens vader! welk een schoone ring! het wapen van Sonheuvel is er opgesneden. Daar zal ik mijn brieven mede kunnen verzegelen als ik grooter word, evenals vader." "Een lieve knaap!" zeide de onbekende, met Joans blonde lokken spelende: "doch hij herinnert mij mijn Maria niet!"
De page zag haar een oogenblik als versteend aan, wendde vervolgens het oog op Joan, mat hem met een somberen blik van het hoofd tot de voeten, en vroeg daarna nogmaals zeer bedaard: "Is dat de Jonker van Sonheuvel?" "En wie had je hier anders verwacht?" antwoordde de barbier. "Zoo!" zeide Ludwig, en met dit woord trad hij terug en floot een deuntje tusschen de tanden.
Sedert de gebreken van een vergevorderden leeftijd de oude Geertrui beletteden, haar bediening op het slot langer waar te nemen, was Magdalena, door de voorspraak van Klaas Meinertz, die den Baron van Sonheuvel onder zijn klanten telde, haar plaats op het slot komen vervullen en had zij zich, door haar bekwaamheid in 't bestieren van de huishouding en door haar geschikt en ordelijk gedrag, de achting van den Baron en het vertrouwen zijner dochter weten te verwerven.
Op dit oogenblik stoof Botbergen de kamer in. "Daar is de kamenier van de Freule van Sonheuvel," zeide hij, "die den Heer Mom verlangt te spreken." "De kamenier van de Freule;" riep Mom verwonderd uit; "en hoe wist zij dat ik hier was?" "Zij wist meer dan dat," antwoordde Botbergen: "want toen ik haar vroeg, wat zij hier deed, antwoordde zij: de wind loopt zuidwest."
"Wie? wat? wat is dat?" riepen al de aanwezigen als uit éénen mond, en zagen naar de deur, waarin een grijsaard stond, door Bouke binnengeleid. "Ik Godard van Reede van Sonheuvel," hernam de onbekende, "heb mijn toestemming niet gegeven tot het huwelijk van Jonkheer Jacob Mom met Jonkvrouwe Ulrica van Reede tot Sonheuvel, mijn kleindochter."
Hij zelf had de pistolen des morgens op Sonheuvel geladen en te Tiel gestoken in zijn mantelzak, welke hij sedert niet uit het oog had verloren, dan alleen gedurende den korten tijd, toen hij op verzoek van Teun Wezer het kroegje aan het veer was ingegaan.
"Ik heb die klucht meer gehoord," zeide de vreemdeling: "doch zij is mij altijd van een veel ouderen Heer van Sonheuvel verhaald geweest, die lang voor de Reformatie leefde;.... doch dat daargelaten! Kent gij den Heer van Sonheuvel?"
"Als gij denkt, dat hem zulks zoude afschrikken, dan kent gij den Pater niet. Doch, wat mij verwondert," vervolgde Ludwig, wiens vermoedens op dit oogenblik tot zekerheid oversloegen, "is dat hij den pleegzoon van den Baron Van Sonheuvel tot zijn zendeling uitkipt."
Na zijn vertrek viel er niets vermeldingswaardig meer in de gevangenis voor: Joan en Hendrik bleven laat zitten praten en gingen eindelijk welgemoed ter ruste. Wij zullen hen voor een wijl in hun kerker laten, om onzen ouden vriend, den Baron Van Sonheuvel, te bezoeken, die met zijn dochter en gevolg zijn intrek bij de Gravin van Nassau had genomen.
Wij moeten thans twee hoofden der misnoegden tot onze zijde overhalen. Een hunner zult gij, bij name althans, kennen. Hij is de zoon van den Predikant te Sonheuvel.... Hendrik Raesfelt. "Ik heb van hem hooren spreken," zeide Mom; "maar zorg toch, mij niet bloot te stellen aan de onaangename gevolgen, welke eene herkenning zou kunnen hebben."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek