Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juni 2025


Niet verlangende, met dezen in gesprek te treden, wendde hij het gelaat om; doch de veerman, een halven cirkel om hem heen beschrijvende, stond dadelijk weder vlak voor zijn gezicht, en sprak hem met de volgende woorden aan: "Goemorgen, Jonker! wie deksel dacht u hier te zien? gisteraôvend liet ik u immers nog op Sonheuvel."

De kleine Joan werd dan, gelijk wij in het slot van het vorige Hoofdstuk hebben verhaald, op het kasteel te Sonheuvel opgevoed, en ging er voor den zoon van zijn pleegvader door. Alleen de predikant Raesfelt, wien Reede zijn vertrouwen geschonken had, en die het door zijn braafheid verdiende, de getrouwe Bouke en de oude Geertrui kenden het geheim van zijn geboorte.

Raesfelt had het geluk, op den eersten Zondagmorgen na zijn komst in Den Haag, een beurt in de Groote Kerk te mogen waarnemen, welke hem zijn geleerde vriend Ds. Lamotius had afgestaan: en bij die gelegenheid genoot de Leeraar van Sonheuvel de zonderlinge eer, Prins Maurits zelf onder zijn toehoorders te tellen.

Het is de Freule Van Sonheuvel, en die deftige Heer, die achter haar staat, is de Ambtman Mom, die eerstdaags met haar trouwen zal.

"Maar!" vervolgde de vreemdeling, zich naar Eugenio keerende "ik moet hedenavond naar Sonheuvel, en ik zie niet, welke redenen men hebben kan, mij hier op te houden." "Hoe!" vroeg de Jezuïet: "vertrekt gij naar uw vader? Ik dacht, dat hij u niet meer voor zijn zoon erkennen wilde." "Dat kan hij ook niet," hernam de reiziger: "dat verbieden de omstandigheden."

Onder de pretendenten noemde Mevrouw van Nassau voornamelijk den Heer Mom, Ambtman van 't land tusschen Maas en Waal, een welgezeten, bemiddeld ridder, van middelbare jaren en in groot aanzien ten hove staande. Kort na de ontvangst van dezen brief, die den goeden Baron in allerlei verlegenheden stortte, kwam er een onzer oude bekenden op 't onverwachts op Sonheuvel aan.

"O God!" riep Joan, de handen wringende; "zegt gij waar? was de Baron van Sonheuvel...." "Uws vaders moordenaar. Twijfelt gij aan de waarheid mijner woorden, er bestaan levende getuigen, die haar kunnen bevestigen." "Neen!" zeide Joan: "de edele, deugdvolle man, die mij nooit anders dan goede lessen gaf, die mij altijd als kind beminde, kan geen moord hebben gepleegd!

"Wat jonker?" zeide Ludwig, zich tot haar keerende: "van welken jonker spreekt gij? en wat meent ge met uw bonten aap?" "De bonte aap ben jij!" hervatte de vrouw, de armen in de zijde zettende: "en dat is onze Jonker, de Jonker van Sonheuvel, versta je, moesjanker? kijk maar zoo zuur niet: we geven hier niets om je moffegezwets."

Een hunner, die de hoofdman scheen en even als de anderen, welke acht in getal waren, met vuurroer en degen gewapend was, sprak hem, even den hoed oplichtende, in dier voege aan: "Zeg eens, knechtske! hoort ge in de buurt te huis?" "Om u te dienen!" antwoordde Joan: "ik ben de Jonker van Sonheuvel." "Zoo! dan zijt ge waarschijnlijk best in staat, ons in te lichten.

"Spreek maar zoo bout niet, Teun!" sprak iemand achter hem: "het geheele geval is uw eigen schuld en zou niet gebeurd zijn, indien gij, in plaats van af te springen, waart blijven zitten: gij verdient smeer in stede van betaling." Teun Wezer zag vloekend om, doch zweeg op het gezicht van den Jonker van Sonheuvel, die, met zijn hond aan zijn zijde, bedaard naar hem toekwam.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek