Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juli 2025
Hij voedde echter de bijna zekere hoop, dat de Baron nimmer zijn toestemming zou geven tot het huwelijk zijner dochter met iemand van een ongewisse geboorte, al ware het ook zijn geliefde pleegzoon: dit was hem uit de kennis, welke hij van de inborst des Heeren van Sonheuvel had, genoegzaam gebleken. Hij vond den Baron en zijn gasten in goede harmonie bijeen, sinds de twiststoker verdwenen was.
De Baron kwam met Ulrica en Bouke in het wagentje van zijn reis naar Tiel terug en vond zich nu voor de brug van zijn eigen slot den ingang ontzegd door de drie aldaar geposteerde ruiters, die hem niet verstonden of niet wilden verstaan. "Ik ben de Baron van Sonheuvel," schreeuwde hij. "Ick kenne kein Baron," zeide Karl Blutzaufer: "potstauzend, du sollst nicht drinn kommen!"
"En ik," zeide Joan, den Ambtman ernstig aanziende, "ben u, Ambtman! kleinen dank verschuldigd, dat gij, dus ongevergd, hartsgeheimen niet alleen hebt uitgelokt, maar zelfs aan den dag hebt gebracht, welke èn de Freule van Sonheuvel èn ik in de eeuwige vergetelheid hadden gewenscht te begraven."
Eenigen tijd na zijn aankomst op Sonheuvel, vernam de Baron van een reizenden koopman in honden, dat dit fraaie dier, hetwelk hij bij Velasco gevonden had, door hem een paar jaren te voren aan den Grave van Falckestein was verkocht geweest.
Hebt gij mij verder niets te zeggen? Niet! Dan wensch ik u een vroolijken dag samen." Dit zeggende, vertrok hij. "Ik kan niet van mijn verbazing terugkomen," hernam Raesfelt: "wat kan den Jonker Van Sonheuvel op de Gevangenpoort brengen?" "Noem mij met dien naam niet meer," zeide Joan: "dien heb ik reeds lang verloren." "Verloren? En door welk toeval? Doch, ik bid u, neem plaats."
In de hoop dat de aankomenden hem hulp zouden kunnen verschaffen, verliet hij de plaats waar hij post gevat had, begaf zich naar den rijweg, en herkende al spoedig in de naderende ruiters den Heer van Sonheuvel met zijn rijknecht, die op hun terugtocht naar Den Haag waren.
De boer, dien Bouke gezonden had, had aan zijn wensch voldaan; hij had den Heer van Sonheuvel, die vast vloekte en raasde over het niet verschijnen van zijn dienaar, ter bepaalde plaats gevonden, en deze had, dadelijk na het vernemen, dat het konvooi in het dorp was, bevel tot den aanval gegeven.
Ik heb hem in 't voorbijgaan op Sonheuvel gelaten. Nu, die vrouw moet al een rare mamsel geweest zijn, althans zoo Bouke vertelt. Kort en goed, zij liep met het eene kind weg, en liet mij met dezen schreeuwerd zitten, die een zoontje van den vermoorden Overste is.
De schrik van den knaap groeide meer en meer aan, toen de vreemdeling hem naderde en hem dezelfde gelaatstrekken en houding, ja bijna hetzelfde gewaad deed aanschouwen, door hem dagelijks in de groote benedenzaal opgemerkt op de schilderij, welke de beeltenis van den oudoom des Barons, Frederik van Reede tot Sonheuvel, voorstelde.
Intusschen was er een boodschap van den Ambtman Mom aan den Heer van Sonheuvel gekomen, waarin eerstgemelde zich verschoonde, om bij deze gelegenheid op het slot te komen, vermits de Koning van Bohemen dagelijks verwacht werd; 't geen de tegenwoordigheid aller ambtenaren in de plaats hunner residentie noodzakelijk maakte.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek